Starbucks heeft het afgelopen kwartaal een hogere omzet geboekt door de prijzen te verhogen. Die hogere uitgaven aan kopjes koffie en gebak compenseerden problemen die de Amerikaanse koffieketen ondervond in China, waar strenge coronalockdowns de verkoop dwars zaten.
Starbucks behaalde in het derde kwartaal van zijn gebroken boekjaar een omzet van 8,2 miljard dollar, bijna 9 procent meer dan een jaar eerder. Filialen die op de belangrijke Noord-Amerikaanse markt langer dan een jaar open waren, moesten het vooral van hogere prijzen hebben voor die hogere omzet. Het aantal aankopen daalde juist.
Buiten de Verenigde Staten, Canada en Mexico vielen de opbrengsten juist 18 procent lager uit. Dat kwam vooral door strenge coronalockdowns in grote steden van China, waardoor bijvoorbeeld het openbaar leven in Shanghai zo goed als stil kwam te vallen. Koffietenten van de keten verkochten in het Aziatische land 44 procent minder. In juni maakte Starbucks bekend weer open te kunnen in Shanghai.
Ondanks de prijsverhogingen kon Starbucks niet voorkomen dat de winst ruim een vijfde lager uitviel op 913 miljoen dollar. De marges stonden onder druk door hogere inkoopkosten en uitgaven aan coronamaatregelen in China. Daarnaast geeft het bedrijf meer uit aan salarissen voor personeel, om iets te doen aan het hoge verloop van barista's en ander personeel in Starbucks-zaken.