De meeste huurwoningen die door beleggers van de hand worden gedaan liggen buiten het bereik van starters en middeninkomens. Vastgoedadviseur CBRE concludeert dit in een nieuw rapport. Deze groepen zijn daarom niet geholpen met het nieuwe koopaanbod dat op de woningmarkt komt.
Het in de verkoop doen van huizen of appartementen als de huidige huurders zijn vertrokken wordt ook wel 'uitponden' genoemd. CBRE heeft onderzocht dat het maximale bedrag dat een gemiddeld huishouden tussen de 25 en 35 jaar kan lenen "ver onder" de prijs van een gemiddelde uitpondwoning ligt. Dat is zo in veel steden, waaronder Utrecht, Amsterdam en Almere. Uitgeponde huurwoningen zijn daarmee niet bereikbaarder of betaalbaarder. Alleen goedverdienende starters zouden gebaat zijn bij uitponden, volgens de vastgoedadviseur.
Steeds meer huurwoningen worden door verhuurders verkocht aan particuliere gebruikers, stelt CBRE. Dit komt volgens het bedrijf onder meer door hogere financieringslasten voor beleggers en huurregulering die het verhuren van woningen steeds minder aantrekkelijk maakt. Woonminister Hugo de Jonge zei eerder dat er geen sprake is van een zogeheten uitpondgolf onder woningbeleggers.
Volgens CBRE hebben mensen met een "sleutelberoep" zoals politieagenten, verpleegkundigen en medewerkers in de kinderopvang over het algemeen geen toereikend salaris voor de gemiddelde uitpondwoning, terwijl het woningtekort bij die groepen in steden als Utrecht of Amsterdam groot is. Pas bij twee fulltime werkende HBO-verpleegkundigen komen de meeste woningen binnen bereik, aldus CBRE.
"Het voorgestelde woonbeleid van minister De Jonge herverdeelt hetzelfde aantal woningen, maar zoals ons onderzoek laat zien worden reeds geprivilegieerde huishoudens daarbij bevoordeeld", stelt Thomas Westerhof van CBRE in een toelichting. "De huurmarkt wordt voor starters, middeninkomens, en huishoudens met maatschappelijke beroepen nog kleiner, competitiever en duurder. Zij worden vooral geholpen door het aanbod te vergroten."
Westerhof wil daarom dat de overheid zorgt voor een aantrekkelijk investeringsklimaat, soepele planprocedures en betere samenwerking tussen de overheid en marktpartijen om te zorgen voor een beter betaalbaar aanbod.