Van alle woningen die het afgelopen kwartaal te koop zijn aangeboden, is 7 procent afkomstig uit de vrije sector van de huurmarkt. Dit percentage is het afgelopen jaar sterk gestegen van 4 naar 7 procent, meldt woningplatform Pararius. Het huuraanbod in de vrije sector neemt daardoor af en de huurprijzen stijgen.
Volgens Jasper de Groot, directeur van Pararius, kwam lange tijd standaard zo'n 3 tot 4 procent van de te koop aangeboden woningen uit de vrije sector van de huurmarkt. Sinds het vierde kwartaal van 2022 neemt dit percentage volgens hem echter sterk toe. "We vernemen uit de markt al geruime tijd dat steeds meer particuliere beleggers besluiten om hun vrijgekomen huurwoning niet opnieuw te verhuren maar te verkopen. Ons onderzoek toont nu aan dat dit inderdaad het geval is."
Het besluit tot verkoop van de huurwoning wordt volgens De Groot mede veroorzaakt doordat verhuur steeds minder aantrekkelijk is geworden door de opeenstapeling van overheidsmaatregelen voor verhuurders. De huurwoningen worden daarbij verkocht aan particuliere eigenaar-bewoners, wat het aanbod nog verder verkleint.
Vergeleken met een jaar eerder is het aantal beschikbare huurwoningen in de vrije sector voor nieuwe huurders in het derde kwartaal gedaald met bijna 32 procent. Pararius ziet het aantal woningen dat wordt aangeboden in de grote steden al sinds de invoering van de WOZ-cap in mei 2022 teruglopen. De WOZ-cap is een maatregel van de overheid om de WOZ-waarde minder te laten meetellen bij de vaststelling van de huurprijs. Hierdoor vielen volgens Pararius veel woningen van de vrije sector terug naar de sociale sector.
Het lagere aanbod heeft directe gevolgen voor de huurprijzen. In Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Utrecht betalen nieuwe huurders flink meer voor een vrijgekomen huurwoning in de vrije sector. De vierkantemeterprijs ligt in deze steden boven het landelijk gemiddelde, dat in het derde kwartaal uitkwam op 17,77 euro per vierkante meter per maand. Dat is ruim 5 procent meer dan een jaar geleden.
In september werd duidelijk dat alle woningmarktplannen van demissionair minister voor Volkshuisvesting Hugo de Jonge kunnen doorgaan. Volgens De Groot zou het echter veel beter zijn om met een langetermijnvisie voor de woningmarkt te werken. "De maatregelen uit het verleden bestrijden enkel de symptomen voor de bühne, maar het echte probleem, de balans in de woningvoorraad, wordt alleen maar groter", waarschuwt hij.