Autoproducent Stellantis, bekend van automerken als Jeep en Chrysler, zegt dat de autoproductie onder druk komt te staan door het Canadese truckersprotest. Ook het Amerikaanse General Motors waarschuwde daarvoor. Al dagenlang blokkeren truckers een belangrijke aanvoerroute van auto-onderdelen tussen de Verenigde Staten en Canada. Stellantis zegt dat het vanwege een gebrek aan onderdelen dat door het protest is ontstaan nu een deel van de productie heeft moeten stilleggen of afschalen.
De truckers protesteren tegen coronabeperkende maatregelen en houden daarbij de zogeheten Ambassador-brug tussen het Amerikaanse Detroit en het Canadese Windsor bezet. Stellantis zei dat alle Noord-Amerikaanse fabrieken nog draaien, maar dat een aantal van de Amerikaanse en Canadese fabrieken woensdagnacht productiediensten hebben moeten staken door een gebrek aan onderdelen.
General Motors, de grootste autofabrikant in de Verenigde Staten, zei dat het genoodzaakt was twee productiediensten af te zeggen bij een fabriek in Michigan, waar die onderneming SUV's bouwt. Ook autofabrikanten Ford en Toyota zeiden dat ze een deel van de productie moesten stoppen door de brugblokkade.
Stellantis benadrukte dat de combinatie van het truckersprotest bij de brug en de al verzwakte logistieke keten het herstel van de pandemie nog verder onder druk zal zetten. "We hopen dat er snel een oplossing komt zodat onze fabrieken en personeel weer de normale productie kunnen hervatten", aldus de autofabrikant.
Het Witte Huis liet woensdag weten in gesprek te zijn met autofabrikanten, Canada en de douane om verstoringen van de autoproductie te voorkomen.