Stichting Geldbelangen wil dat de compensatieregeling van ABN AMRO voor gedupeerde klanten in de kwestie rond doorlopend krediet wordt opgeschort. Geldbelangen is het niet eens met de manier van berekenen van de compensatiebedragen waardoor consumenten mogelijk veel geld mislopen. De stichting staat consumenten bij in claims tegen de bank.
De compensatieregeling die de bank vorige maand overeenkwam is volgens Geldbelangen niet in lijn met de afspraken met Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). ABN AMRO maakte eerder bekend, na een akkoord met de Consumentenbond, 250 miljoen euro uit te trekken voor de compensatieregeling. De bank volgde met zijn rentes niet genoeg de marktrente. Het Kifid oordeelde dat klanten dat wel mochten verwachten, tenzij de bank nadrukkelijk anders had vermeld.
Bij een doorlopend krediet wordt een maximum te lenen bedrag beschikbaar gesteld dat de consument kan opnemen wanneer dat nodig is. Dat hoeft niet volledig en er wordt alleen rente betaald over het deel van het krediet dat wordt opgenomen.
De compensatieregeling van ABN AMRO betreft de periode vanaf 2008 en geldt ook voor klanten van kredietverlener Alfam en klanten met kredieten van creditcardverstrekker ICS. Die klanten beloofde ABN AMRO zelf te benaderen. Voor eind volgend jaar verwacht de bank hen allemaal een vergoeding te hebben betaald.
Dat ABN AMRO 2008 als peildatum neemt en klanten niet voor de volledige looptijd van de lening compenseert is volgens Geldbelangen niet volgens de afspraken met het Kifid. Ook zou de bank ten onrechte geen rekening houden met het zogeheten rente-op-rente-effect. ABN AMRO bracht klanten te veel rente in rekening. Dat geld konden klanten destijds niet gebruiken voor het aflossen van de schuld, wat nadelig uitpakte. De bank heeft gezegd dat het rente-op-rente-effect niet toegepast hoeft te worden, verwijzend naar de uitspraak van het Kifid. Op 1 november is er een hoorzitting van het Kifid over de kwestie. Daarom wil Geldbelangen nu opschorting.
Verder eist Geldbelangen dat ABN AMRO de finale kwijting-bepaling uit de compensatieregeling haalt. De bank doet een eenzijdig aanbod aangemoedigd door de Consumentenbond, dus zal de consument volgens de stichting al snel geneigd zijn om akkoord te gaan. Als die consument later een betere rechtspositie kan krijgen dan kan hij daarvan geen gebruik meer maken wanneer hij voor finale kwijting heeft getekend. Geldbelangen vindt dat de consument niet door de bank in zo’n "onrechtvaardige positie" kan worden gebracht.