Het aandeel van taxidienst Uber Technologies is vrijdag omlaaggegaan op de beurzen in New York na een uitspraak van het Britse Hooggerechtshof over werknemers in het Verenigd Koninkrijk. De hoofdgraadmeters op Wall Street lieten overwegend kleine minnen zien op de koersenborden.
Uber leverde 1 procent in. Chauffeurs van de taxidienst zijn werknemers die recht hebben op minimumloon, vakantiegeld en rustpauzes, aldus het Hooggerechtshof. Tot nu toe behandelde het bedrijf chauffeurs als zelfstandigen, waardoor ze volgens de wet minder rechten hebben. De uitspraak wordt gezien als een nieuwe tegenvaller voor Uber en kan volgens kenners het bedrijfsmodel in gevaar brengen in het Verenigd Koninkrijk, de belangrijkste Europese markt voor Uber.
De toonaangevende Dow-Jonesindex eindigde vrijwel onveranderd op 31.494,32 punten. De breed samengestelde S&P 500 zakte 0,2 procent tot 3906,71 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq verloor 0,4 procent tot 13.580,78 punten.
De fabrikant van chipmachines Applied Materials ging meer dan 5 procent vooruit, geholpen door beter dan verwachte cijfers en vooruitzichten. Chipbedrijven als Applied Materials profiteren van de grote vraag naar chips voor bijvoorbeeld laptops en computers vanwege de lockdowns en het thuiswerken.
De bouwer van landbouwmachines zoals tractors en maaidorsers Deere opende eveneens de boeken. De resultaten over de afgelopen periode en de prognoses vielen goed bij beleggers, want het aandeel Deere kreeg er 10 procent bij. Branchegenoot Caterpillar, bekend van de graafmachines en bulldozers, won 5 procent.
Verder maakte marktonderzoeker Markit bekend dat de economische activiteit in de Verenigde Staten deze maand iets sterker groeit. Dat komt vooral voor rekening van de dienstensector met horeca en detailhandel, geholpen door de gedeeltelijke versoepeling van lockdowns. In de industrie was de groei wat minder sterk. Dat had onder meer te maken met productieverstoringen in bijvoorbeeld de auto-industrie door tekorten aan chips en het extreme winterweer.
De euro was 1,2115 dollar waard, tegen 1,2135 dollar bij het slot in Europa. Een vat Amerikaanse olie werd 2,1 procent goedkoper op 59,03 dollar. Brentolie zakte 1,4 procent in prijs tot 62,66 dollar per vat.