De aandelenbeurs in Tokio boekte maandag een kleine winst. Beleggers verwerkten nog het Amerikaanse banenrapport van afgelopen vrijdag, waaruit bleek dat de arbeidsmarkt van de grootste economie ter wereld afgelopen maand minder banen creëerde dan verwacht. De zorgen over oververhitting van de economie en een snellere renteverhoging namen daardoor wel af. Vooral de technologiebedrijven profiteerden van de afgenomen rentevrees. Een tegenvallende groei van de Chinese export hield de winsten echter beperkt.
De Japanse hoofdindex, de Nikkei 225, eindigde 0,2 procent in de plus op 29.004,27 punten. Techbedrijven als Ibiden en TDK behoorden tot de sterkste stijgers met winsten tot ruim 3 procent. Ook de zeetransportbedrijven deden goede zaken door de hoop op een sterk herstel van de wereldeconomie. Nippon Yusen klom dik 2 procent tot het hoogste niveau in twaalf jaar. De Japanse staalbedrijven werden echter van de hand gedaan na de recente sterke opmars in de sector. Nippon Steel zakte 6 procent en JFE Holdings verloor 7 procent.
De beursgraadmeter in Shanghai noteerde tussentijds vrijwel vlak en de Hang Seng-index in Hongkong daalde 0,6 procent. De Chinese export nam in mei met bijna 28 procent toe, terwijl economen hadden gerekend op een groei van zo'n 32 procent. De invoer van het land steeg met 51,1 procent door de sterke stijging van de grondstofprijzen. Dat was de sterkste toename in tien jaar. De beurs in India schommelde rond een nieuw recordniveau door de hoop op meer versoepelingen in het land nu het aantal coronabesmettingen afneemt.