Techinvesteerder Prosus was vrijdag een opvallende stijger op Beursplein 5 dankzij de sterke koerswinsten voor de Chinese technologiebedrijven waarin Prosus grote belangen heeft. Chipbedrijf Besi ging juist onderuit op de beurs in Amsterdam na bekendmaking van kwartaalcijfers. Onder meer telecomconcern KPN, verlichtingsproducent Signify en bouwer Heijmans openden eveneens de boeken.
De Europese beurzen gingen omhoog, geholpen door de flinke winsten op Wall Street. De Amsterdamse AEX-index noteerde in de ochtendhandel een plus van 1,4 procent op 715,89 punten. De MidKap steeg 1,1 procent tot 1048,52 punten. De hoofdgraadmeters in Frankfurt, Londen en Parijs kregen er tot 1 procent bij.
Prosus was koploper in de AEX met een plus van 8,3 procent. De Chinese overheid zou minder streng willen gaan optreden tegen de techsector in China met bedrijven als Tencent, waarin Prosus een groot belang heeft. Tencent ging daarop sterk omhoog in Hongkong.
Besi bungelde onderaan bij de hoofdfondsen met een min van 4,5 procent. Het bedrijf zag de nieuwe orders dalen. Met name Chinese bedrijven die diensten leveren aan smartphonemakers en elektronicabedrijven nemen al sinds halverwege vorig jaar minder af.
De resultaten van Signify vielen beter bij beleggers in Amsterdam, want het aandeel won 2,2 procent. Ook de cijfers van chemicaliëndistributeur IMCD (plus 3,5 procent) vielen goed. Het kwartaalbericht van KPN werd vrij neutraal ontvangen. De koers won 0,4 procent.
In de MidKap was speciaalchemieconcern Corbion de uitblinker na cijfers met een koerswinst van meer dan 10 procent. Detacheerder Brunel meldde eveneens resultaten en ging daarop 5,3 procent vooruit. Heijmans verloor 2,2 procent.
Elders in Europa was er aandacht voor cijfers van bijvoorbeeld het Deense farmaciebedrijf Novo Nordisk, dat 5,7 procent won in Kopenhagen. In Londen daalde de Britse farmaceut AstraZeneca 0,6 procent na een kwartaalbericht. Het Franse bouwmaterialenconcern Saint-Gobain werd 3,5 procent hoger gezet in Parijs, dankzij goede prestaties in de afgelopen periode.
De euro was 1,0560 dollar waard, tegen 1,0551 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte iets meer op 105,46 dollar. Brentolie werd 0,4 procent duurder op 108,01 dollar per vat.