Techinvesteerder Prosus stond dinsdag onderaan in een licht lagere AEX-index. De Chinese overheid lijkt de aanval te hebben geopend op de gamesector in het land. Dit heeft mogelijk gevolgen voor Tencent, een grote speler op de markt van onlinegaming in China waarin Prosus een groot belang heeft. Ook DSM werd lager gezet na publicatie van de halfjaarcijfers.
Prosus zakte 5 procent na een fors koersverlies van Tencent in Hongkong. De Chinese staatskrant Economic Information Daily meldde dat veel tieners verslaafd zijn aan videogames en noemde mobiele spelletjes "spiritueel opium". De krant verwees onder meer naar het spel Honor of Kings van techbedrijf Tencent. Het aandeel van dat bedrijf daalde hard maar krabbelde weer wat op nadat de krant de link naar het artikel verwijderde van sociale media.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 0,2 procent in de min op 756,87 punten. De MidKap won 0,3 procent tot 1061,12 punten. De beurzen in Londen en Parijs stegen tot 0,7 procent. De Duitse DAX daalde 0,1 procent.
DSM verloor 0,6 procent. Het speciaalchemiebedrijf schroefde zijn verwachtingen voor het gehele jaar op na een sterke eerste jaarhelft. Het concern blijft desondanks voorzichtig vanwege de wereldwijde problemen in de leveringsketens en de stijgende prijzen voor ruwe materialen.
ASML zakte 1,7 procent na een tegenvallend kwartaalbericht van de Duitse chipmaker Infineon (min 3 procent). Infineon stelde last te hebben gehad van obstakels bij de productie in zijn fabrieken in Texas en Maleisië. In Maleisië wordt de productie momenteel gehinderd door coronamaatregelen en in Texas kampte het bedrijf nog met de naweeën van een winterstorm.
BP won 2,5 procent in Londen. De Britse olieproducent boekte een flinke winst in het tweede kwartaal dankzij de hogere olieprijzen en verhoogde het dividend. In Parijs klom Société Générale 5 procent. De Franse bank verhoogde zijn verwachtingen na een sterk tweede kwartaal. Ook de Britse branchegenoot Standard Chartered (plus 2 procent) presteerde afgelopen halfjaar beter dan verwacht.
BMW verloor dik 3 procent in Frankfurt. De Duitse automaker zag de verkopen in de eerste jaarhelft flink stijgen, maar waarschuwde wel voor een moeizame aanvoer van chips. In Parijs won concurrent Stellantis 5 procent. De Frans-Italiaanse eigenaar van automerken als Fiat, Chrysler, Peugeot en Citroën toonde een stevig herstel van de coronacrisis.
De euro was 1,1879 dollar waard, tegen 1,1875 dollar een dag eerder. De olieprijzen gingen licht omlaag na de forse daling op maandag. De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 0,3 procent tot 71,07 dollar. Brentolie kostte 0,4 procent minder op 72,63 dollar per vat.