Techbedrijven kregen het dinsdag op de aandelenbeurzen in Europa stevig voor de kiezen als gevolg van de oplopende rentes op de financiële markten. Een hogere rente werkt negatief door op de winsten die in de toekomst worden gemaakt, wat vooral groeifondsen zoals techbedrijven raakt. In de AEX in Amsterdam stonden chipbedrijven als ASML, BE Semiconductors (Besi) en ASMI, maar ook betalingsbedrijf Adyen, bij de sterkste dalers. Shell voerde de schaarse winnaars aan, in het kielzog van de gestegen olieprijs.
De hoofdindex op Beursplein 5 sloot uiteindelijk met een verlies van 1,9 procent op 773,71 punten. De MidKap verloor 1,8 procent tot 1063,84 punten. Frankfurt, Londen en Parijs zakten tot 2 procent.
Chipmachinemaker ASML, die morgen beleggers bijpraat over de te voeren strategie, sloot met een verlies van 7,2 procent onderaan in de leidende index in Amsterdam. ASMI deed het met een min van 3,8 procent niet veel beter, ondanks de positieve boodschap die de chiptoeleverancier tijdens zijn beleggersdag gaf. Ook Besi (min 5,1 procent) ging in de uitverkoop. De laatste tijd zijn chipbedrijven sterk in waarde gestegen. Beleggers zagen ook hun kans schoon winsten te nemen.
Ook elders in Europa stonden de chipfondsen onder druk. Zo verloor het Duitse Infineon 5,5 procent in Frankfurt en STMicroelectronics leverde 4,6 procent in Parijs in.
Olie- en gasconcern Shell (plus 1,6 procent) bleef profiteren van de sterke stijging van de prijzen van olie en gas. Volgens oliekartel OPEC zal de vraag naar olie de komende twee decennia nog stijgen en een dominante energiebron blijven. Kenners denken ook dat de olieprijzen nog verder kunnen gaan stijgen door de sterke vraag vanwege het herstel van de coronacrisis.
De stijgende olieprijzen gaan hand in hand met de sterk opgelopen gasprijzen, die in Europa nieuwe recordniveaus bereikten. In het Verenigd Koninkrijk zijn er zelfs zorgen over gastekorten in de winter. In grote delen van China is al sprake van een stroomtekort en heeft de overheid maatregelen genomen om de stroomlevering aan huishoudens te garanderen.
Bij het slot van de beurzen leverden de olieprijzen iets van hun eerdere winsten in. Een vat Brentolie kostte 0,6 procent minder op 79,05 dollar. Eerder op de dag steeg de prijs voor het eerst sinds oktober 2018 voorbij de 80 dollar per vat. Een vat Amerikaanse olie werd 0,4 procent goedkoper op 75,15 dollar.
De euro was 1,1682 dollar waard tegen 1,1702 dollar een dag eerder.