De beurzen in China en Shenzhen stonden maandag op verlies. Beleggers verwerkten tegenvallende cijfers over de Chinese economie, die weer het gevolg zijn van de Chinese corona-aanpak waarbij tientallen steden op slot gingen. Dat zorgde ervoor dat consumenten duidelijk minder uitgaven, de industriële productie lager uitviel en de werkloosheid toenam. Ook wogen beleggers de plannen om miljoenenstad Shanghai nog voor de zomer weer heropend te hebben. Daarbij wordt het starters op de huizenmarkt in China makkelijker gemaakt een woning te kopen.
De beursgraadmeters in Shanghai en Shenzhen verloren tussentijds tot 0,3 procent, terwijl de Hang Seng-index in Hongkong 0,2 procent hoger koerste. Volgens het Chinese statistiekbureau namen de winkelverkopen in april met dik 11 procent af in vergelijking met een jaar eerder. Verder daalde de industriële productie met bijna 3 procent op jaarbasis, waar door kenners door de bank genomen op een kleine groei werd gerekend. China verwerkte in april, in lijn met de gedaalde activiteiten, ook 11 procent minder ruwe olie. De werkloosheid steeg van 5,8 naar 6,1 procent.
Ook de Nikkei-index in Japan had te lijden onder de tegenvallende cijfers uit China. De beurs in Tokio zag gedurende de sessie een groot deel van zijn eerdere winst verdampen. Bij de slotbel stond nog wel een plus van 0,5 procent op de borden. Autoproducent Mazda won nog eens bijna 6 procent waarmee het de stijgende lijn doorzette. Op vrijdag won het aandeel ook al waarde na publicatie van de cijfers. Branchegenoot Honda (min 4,4 procent) werd door beleggers lager gezet. Dat kwam vooral door tegenvallende vooruitzichten voor de verkopen die het vrijdag nabeurs bekendmaakte.
De Kospi in Seoul bleef tijdens de sessie min of meer vlak. In Australië won de All Ordinaries 0,3 procent.