Het Chinese techbedrijf Tencent boekte in het afgelopen kwartaal de traagste omzetgroei sinds de beursgang van het bedrijf in 2004. De groeivertraging is het gevolg van het verscherpte toezicht op de techsector door de Chinese autoriteiten. Tencent kreeg onder meer te maken met strenge regels rond onlinegames voor kinderen, maar ook voor zijn chatapp WeChat.
De resultaten van Tencent zijn ook van belang voor beleggers in de in Amsterdam genoteerde techinvesteerder Prosus, die grootaandeelhouder is van het Chinese bedrijf. De hardere aanpak van de techsector door Beijing, die gericht is op het breken van de sterke machtspositie van de techconcerns en de bescherming van consumenten, lijkt een einde te hebben gemaakt aan tientallen jaren van ongebreidelde groei in de sector.
Tencent moest onder meer van Beijing zijn chatapp WeChat, waarmee Chinese gebruikers niet alleen kunnen chatten, maar ook kunnen winkelen en bankieren, openstellen voor diensten van andere bedrijven. Dat zorgt ervoor dat Tencent minder aan WeChat kan verdienen. Ook de gamesdivisie van het bedrijf kampt met strengere regels. Zo werd de speeltijd van jonge Chinese spelers beperkt en werden geen licenties meer afgegeven voor nieuwe spellen van het bedrijf.
Tencent sprak in een toelichting van een "uitdagend jaar". De omzet groeide in het vierde kwartaal van 2021 met 8 procent tot ruim 144 miljard yuan, omgerekend bijna 23 miljard euro. Dat was minder dan analisten hadden verwacht. Over het hele jaar nam de omzet met 16 procent toe. Dat was ook de laagste groei sinds de beursgang in 2004.
De nettowinst steeg in het vierde kwartaal met 60 procent door eenmalige boekwinsten. Zo verkocht Tencent onder meer het grootste deel van zijn belang in het Chinese webwinkelconcern JD.com. De jaarwinst nam toe met 41 procent.