Tesla heeft woensdag wat herstel getoond op de aandelenbeurzen in New York. De fabrikant van elektrische auto's was een dag eerder ruim 11 procent gezakt na berichten over het terugschroeven van de productie in de grote fabriek in Shanghai. Dat wakkerde de vrees aan dat de vraag naar nieuwe Tesla's laag is. Het aandeel verloor deze maand al ruim 40 procent en staat voor het hele jaar zo'n 70 procent in de min. Tesla koerst daarmee af op het slechtste jaar sinds het bedrijf in 2010 een beursnotering kreeg.
Het aandeel Tesla stond in de eerste handelsminuten ruim 5 procent hoger en doorbrak daarmee een zevendaagse verliesreeks. Behalve met de mogelijk tegenvallende vraag naar zijn voertuigen kampt het bedrijf ook met toenemende concurrentie, nu steeds meer grote automerken elektrische voertuigen op de markt brengen.
Ook zijn Tesla-aandeelhouders bezorgd dat topman Elon Musk te veel tijd besteedt aan het socialemediabedrijf Twitter, dat hij heeft gekocht. Om die overname te financieren heeft Musk al voor miljarden aan Tesla-aandelen verkocht. Inmiddels heeft hij beloofd de komende twee jaar geen Tesla-aandelen meer van de hand te doen.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang van de handel 0,3 procent hoger op 33.348 punten. De brede S&P 500 steeg 0,4 procent tot 3844 punten en de Nasdaq won 0,5 procent tot 10.409 punten. De techgraadmeter zag dit jaar een derde aan waarde verdampen.
AMC Entertainment won 0,1 procent na het verzoek van topman Adam Aron van de bioscoopketen om zijn salaris te bevriezen. Aron riep zijn medebestuurders op om dat ook te doen.
Southwest Airlines verloor zo'n 3 procent. De Amerikaanse luchtvaartmaatschappij was een dag eerder 6 procent gezakt doordat het bedrijf veel meer vluchten schrapte dan branchegenoten door het extreme winterweer. De transportautoriteiten van de Verenigde Staten zijn daarom een onderzoek gestart naar de maatschappij. Southwest schrapte in de afgelopen dagen duizenden vluchten. Ook woensdag zijn meer dan 2500 vluchten van Southwest geannuleerd.
Een vat Amerikaanse olie kostte 0,6 procent minder op 79,07 dollar per vat. Brentolie werd ook 0,7 procent goedkoper, op 83,76 dollar per vat. De euro was 1,0670 dollar waard, tegen 1,0656 dollar een dag eerder.