De Europese Commissie heeft de Nederlander Gert-Jan Koopman een toppositie in het dagelijks bestuur van de EU gegeven. Hij is per 1 augustus benoemd tot directeur-generaal Begroting. De 52-jarige Koopman volgt de Spaanse Nadia Calviño op, die onlangs minister van Economische Zaken in de nieuwe Spaanse regering werd.
Koopman zwaait sinds eind 2010 de scepter over de afdeling staatssteun van het directoraat-generaal Mededinging van EU-commissaris Margrethe Vestager. Hij gaat nu onder de Duitse begrotingscommissaris Günther Oettinger werken.
Op Koopmans agenda staat als hoofdbestanddeel de nieuwe meerjarenbegroting voor de EU, van 2021 tot en met 2027. De commissie wil dat de EU-landen in die zeven jaar totaal bijna 1300 miljard euro in de Brusselse pot storten, zo'n 300 miljard meer dan in de lopende meerjarenbegroting van 2014 tot en met 2020.
De Nederlandse regering wil juist bezuinigen op het EU-budget na 2020. De naar verwachting keiharde onderhandelingen over het zogenoemde meerjarig financieel kader (MFK) moeten nog beginnen. De commissie wil graag dat het nieuwe MFK er al voor de Europese verkiezingen in mei volgend jaar ligt, maar premier Rutte zei eerder dit jaar dat de onderhandelingen nog ,,potentieel wel twee jaar duren.''
Koopman studeerde cum laude af in zowel economie als klassieke talen. Hij doceerde economie op de Universiteit van Utrecht en werkte bij het Centraal Plan Bureau voor hij, in 1991, naar Brussel verkaste. Hij werkte tien jaar lang voor de Britse EU-commissaris Neil Kinnock, onder meer als zijn kabinetschef.