De luchtvaartsector zal meer moeten gaan betalen bij een overstap van gewone vliegtuigkerosine naar duurzamere brandstoffen. Dat stelt topman Dave Calhoun van vliegtuigbouwer Boeing tegen zakenkrant Financial Times. "Ze zullen nooit in prijs gelijk zijn aan kerosine. We zullen schaalgrootte creëren en meer economisch worden, maar ik denk niet dat dat ooit zal gebeuren", aldus Calhoun.
Duurzamere vliegtuigbrandstoffen worden Sustainable Aviation Fuels (SAF) genoemd en worden gemaakt van bijvoorbeeld gebruikte kookolie en frituurvet, biomassa en dierlijke vetten. SAF is momenteel goed voor minder dan 1 procent van het brandstofverbruik in de luchtvaart en de prijs ligt twee keer zo hoog als gewone kerosine. SAF wordt nu bijgemengd bij gewone brandstof.
SAF wordt gezien als een belangrijke manier voor de luchtvaart om schoner te worden. De internationale luchtvaartorganisatie IATA heeft een doel om in 2050 CO2-neutraal te zijn en SAF moet hier voor het grootste deel aan bijdragen. Maar IATA-topman Willie Walsh heeft gezegd dat daar hoge kosten mee zijn gemoeid en dat passagiers dat zullen merken in ticketprijzen.
"Passagiers zullen meer moeten betalen voor tickets. We moeten eerlijk zijn met klanten. Luchtvaartmaatschappijen verkeren niet in een financiële positie om die kosten te absorberen, dus dat zal worden doorberekend aan klanten", aldus Walsh.
Naast de hogere prijzen voor de productie van SAF zijn er ook kosten voor aanpassing van infrastructuur op luchthavens en in vliegtuigen om voor 100 procent met die brandstoffen om te kunnen gaan. Gewone kerosine bevat namelijk stoffen, zogeheten aromatics, die beschermen tegen lekkage via afdichtingen van brandstofleidingen. Die stoffen zitten niet in SAF.
Het Amerikaanse Boeing en het Europese Airbus hebben gezegd dat ze in 2030 ervoor willen zorgen dat hun vliegtuigen voor 100 procent op SAF kunnen vliegen. Nu mag vliegtuigbrandstof voor niet meer dan de helft uit SAF bestaan uit veiligheidsoverwegingen.