De Turkse centrale bank heeft donderdag de financiële markten versteld doen staan door het belangrijkste rentetarief te verlagen. Dit ondanks het feit dat de inflatie in het land het hoogste niveau in 24 jaar heeft bereikt.
De centrale bank verlaagde het rentetarief met een vol procentpunt naar 13 procent. Daarbij werd verwezen naar de "afzwakkende effecten van geopolitieke risico's" waarmee een rentestap te rechtvaardigen valt, aldus de beleidsmakers. Kort na de bekendmaking van de rentestap zakte de waarde van de Turkse lira in ten opzichte van de dollar.
De Turkse inflatie is inmiddels opgelopen tot bijna 80 procent. De consumentenprijzen in Turkije zijn sinds het begin van 2017 bijna ononderbroken met dubbele cijfers gestegen. Dit jaar nam de prijsstijging nog meer toe door de stijgende kosten van energie en andere grondstoffen, die deels werden aangewakkerd door de Russische invasie van Oekraïne.
Turkije stortte zich in een nieuwe economische crisis doordat president Recep Tayyip Erdogan bijna een jaar geleden begon aan een ongewoon economisch experiment. Erdogan vindt, in tegenstelling tot de gangbare theorie onder economen, dat een hogere rente zorgt voor hogere prijzen. Onder druk van de president werd de rente in Turkije daardoor al vaker verlaagd om de waarde van de Turkse lira te drukken.
Erdogan wil de goedkope lira gebruiken om de industrie van zijn land te helpen, omdat het dan voor andere landen goedkoper wordt om Turkse producten te kopen. Die koersdaling voedt echter ook de inflatie, doordat invoer van bijvoorbeeld brandstof juist duurder wordt. Over minder dan een jaar worden er in Turkije verkiezingen gehouden. Erdogan heeft al meermaals beloofd de leenkosten laag te zullen houden.