De Turkse inflatie is in januari voor de derde achtereenvolgende maand afgekoeld. Hoewel de kosten van het levensonderhoud in Turkije vorige maand nog altijd bijna twee derde hoger lagen dan een jaar geleden, is de afkoeling een opsteker voor president Recep Tayyip Erdogan op weg naar de presidents- en parlementsverkiezingen, die in mei worden gehouden.
Volgens het Turkse statistiekbureau stegen de consumentenprijzen in januari met 57,7 procent op jaarbasis, vergeleken met 64,3 procent in december. In november was al een einde gekomen aan de sterke toenames van de inflatie in Turkije. Die piekte in oktober op 85,5 procent ten opzichte van een jaar eerder. De echte inflatie ligt volgens sommige economen echter veel hoger dan het officiële cijfer.
De afkoeling van de inflatie is deels toe te schrijven aan een daling van de energieprijzen. Zo zijn de aardgasprijzen teruggevallen tot het niveau van begin 2022 nadat ze enorm waren gestegen als reactie op de Russische invasie van Oekraïne. Ook in veel Europese landen zorgde dat voor een minder hoge inflatie.
Turkije voert onder Erdogan een onorthodox economisch beleid. Zo verlaagde de centrale bank op verzoek van Erdogan meermaals de rente ondanks de inflatie. In andere landen wordt de rente juist verhoogd om de inflatie te bestrijden. Doordat de populariteit van de president door de hoge inflatie onder vuur kwam te liggen heeft Turkije een aantal maatregelen genomen om de koopkracht van de Turkse bevolking te verbeteren. Zo ging het minimumloon dit jaar met 55 procent omhoog ten opzichte van 2022.