De Turkse lira is dinsdag naar een nieuw dieptepunt gezakt ten opzichte van de Amerikaanse dollar en de euro. De munt raakte verder in een vrije val nadat de Turkse president Recep Tayyip Erdogan zijn streven naar lagere rentetarieven om de economische groei te stimuleren, verdedigde.
Turkije heeft het oude beleid, gebaseerd op hoge leenkosten en een sterke munt, losgelaten en is overgestapt op een nieuw beleid dat prioriteit geeft aan meer investeringen, export en het scheppen van banen, zei president Erdogan maandagavond in een toespraak.
In tegenstelling tot de standaardopvatting van economen gelooft Erdogan dat hoge rentetarieven juist zorgen voor een hogere inflatie. Hij meent dat bedrijven de hoge rente die ze moeten betalen zullen doorberekenen aan hun klanten wat de geldontwaarding aanwakkert. Zijn afkeer van hogere leenkosten wordt ook in verband gebracht met islamitische voorschriften over rente.
Met zijn onorthodoxe economische opvattingen zet Erdogan ook de Turkse centrale bank onder druk om de rente te verlagen. Zo schroefde de centrale bank afgelopen week de rente terug van 16 naar 15 procent, ondanks dat het land kampt met een inflatie van bijna 20 procent.
De lira raakte dinsdag nog eens 10 procent aan waarde kwijt ten opzichte van de dollar en de euro. Maandag brak de munt al voor het eerst in de geschiedenis door de 12 lira per dollar. Dinsdag werd een nieuw dieptepunt bereikt van bijna 12,5 lira per dollar. Kort na de renteverlaging van vorige week stond de munt nog op 11 lira per dollar. Alleen in november heeft de lira al bijna een derde van zijn waarde verloren. Vijf jaar geleden was een dollar nog zo'n 3 lira waard.
De snelle waardedaling van de munt drijft de prijzen voor basisgoederen voor gewone burgers in Turkije flink op en brengt ook risico's met zich mee voor de banksector. De laatste keer dat de lira een langdurige neerwaartse beweging liet zien was in 2001. Het land zat toen gevangen in een spiraal van hyperinflatie en stijgende schulden die uiteindelijk Erdogan's AK-partij aan de macht bracht.