Twee buitenlandse bedrijven moeten de Turkse televisiefabrikant Vestel een schadevergoeding betalen van ruim 684 miljoen euro. Dat heeft de rechtbank Oost-Brabant woensdag bepaald. Vestel spande een zaak aan in zowel Nederland als Turkije om kartelvorming.
De twee bedrijven, het Franse TTD en het Poolse TDP, hebben volgens een eerder besluit van de Europese Commissie prijsafspraken gemaakt. Dat gebeurde op de markt van kathodestraalbuizen. Dat zijn onderdelen van de ouderwetse televisieschermen en monitoren. Ook techconcerns Samsung, Philips, LG en Technicolor zouden daar aan hebben meegewerkt. Daarmee werd volgens de commissie een kartel gevormd dat actief was in de periode tussen 1997 en 2006.
Daarop stapte Vestel zowel naar de Turkse als de Nederlandse rechter, omdat het Nederlandse Philips een relatief grote rol zou hebben gespeeld. Vestel verweet de bedrijven de mededingingsregels niet te hebben gevolgd. Daardoor zou Vestel financiële schade hebben geleden en de onderneming eiste een bedrag van 2 miljard euro.
In Turkije ligt inmiddels al een onherroepelijk eindoordeel dat het mededingingsrecht niet is geschonden. Samsung, LG en Technicolor vonden daarom dat zij ook in Nederland niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Met Philips heeft Vestel tijdens de procedure in Nederland afspraken gemaakt.
De rechtbank Oost-Brabant erkent het Turkse oordeel en ook de standpunten van Samsung, LG en Technicolor. Daardoor blijven TTD en TDP over. De rechter stelt deze bedrijven wel aansprakelijk voor de schade die Vestel heeft geleden als gevolg van de kartelafspraken. Op de totale schadevergoeding wordt nog de regeling met Philips in mindering gebracht.