De Europese Commissie heeft geen bezwaar tegen de overname van de Zwitserse bank Credit Suisse door UBS. Er ontstaat dan wel een megabank maar er blijft voldoende concurrentie, oordeelt de commissie.
UBS lijfde het wankelende Credit Suisse in maart onder grote druk van de Zwitserse regering in. Zo moest de net iets kleinere branchegenoot worden gered van de ondergang. Samen zijn de twee banken onder meer de grootste vermogensbeheerder van Europa.
Toch krijgt de overname de "onvoorwaardelijke goedkeuring" van de Europese Commissie. Zowel in het vermogensbeheer als in het zakenbankieren stuit de fusiebank nog op genoeg concurrenten om de markt niet naar zijn hand te kunnen zetten. Er blijft "aanzienlijke competitieve druk van een breed scala aan rivalen in al deze markten, waaronder zowel meerdere grote mondiale banken als gespecialiseerde en sterke lokale spelers", stelt de commissie.
De commissie waakt voor monopolies en andere marktverstoringen in de zogeheten Europese Economische Ruimte, waartoe ook niet-EU-lid Zwitserland behoort. Normaliter moet een koper de toestemming van de commissie afwachten om die niet voor voldongen feiten te stellen. Maar UBS mocht de overname van Brussel al afronden, omdat er haast was geboden. Door het naderende faillissement van Credit Suisse en even tevoren al twee Amerikaanse banken groeide de angst van beleggers, spaarders en overheden voor een domino-effect.