Biotechbedrijf Moderna heeft dinsdag aan waarde verloren op de beurs in New York. Het bedrijf dat bekend is van zijn coronavaccin maakte bekend dat onderzoek naar een nieuwe griepprik te weinig bruikbare resultaten opleverde om iets te zeggen over zijn effectiviteit. Beleggers bleven verder terughoudend in de aanloop naar nieuwe cijfers over de inflatie die later deze week verschijnen.
Moderna verloor uiteindelijk 3,1 procent, waarmee iets van de eerdere verliezen werd goedgemaakt. Moderna verdiende de afgelopen jaren miljarden met zijn coronavaccins, maar de vraag naar dit product nam de laatste maanden sterk af. De introductie van de griepprik is daarom cruciaal voor de toekomst van de onderneming.
De Dow-Jonesindex steeg 0,3 procent tot 33.684,79 punten. De bredere S&P 500 bleef vrijwel onveranderd op 4108,94 punten en de door techbedrijven gedomineerde Nasdaq verloor 0,4 procent tot 12.031,88 punten.
Apple verloor 0,8 procent na een bericht van nieuwssite Axios dat de Franse mededingingsautoriteiten een onderzoek zijn begonnen naar de iPhone-fabrikant. Ook andere grote techbedrijven sloten de sessie lager af, nu de vrees voor verdere renteverhogingen door de Federal Reserve weer wat opleeft. Relatief dure aandelen van technologieconcerns worden minder aantrekkelijk als rentes op veiliger geachte staatsschulden oplopen. Microsoft, Amazon en Google-eigenaar Meta zakten tot zo'n 2,3 procent.
Vliegtuigfabrikant Boeing leverde het voorbije kwartaal voor het eerst sinds 2018 meer vliegtuigen af dan concurrent Airbus, dat kampt met problemen bij toeleveranciers. Het aandeel van het Amerikaanse luchtvaart- en defensieconcern eindigde 0,7 procent hoger.
WW International schoot liefst 59 procent omhoog. Het bedrijf, beter bekend als WeightWatchers, rondde de aankoop van het zorgbedrijf Sequence af. Daarmee krijgt WW ook de mogelijkheid om klanten die willen afvallen medicijnen voor te schrijven voor gewichtsverlies. Volgens zakenbank Goldman Sachs kan het dieetbedrijf verdrievoudigen in waarde.
Een vat Amerikaanse olie werd 2,2 procent duurder op 81,49 dollar. Brentolie won 1,7 procent aan waarde tot 85,58 dollar per vat. De euro was 1,0914 dollar waard, tegenover 1,0912 dollar bij het slot van de Europese beurzen.