Een soort vangrail op zee moet voorkomen dat schepen in aanvaring komen met windmolens. In Wageningen wordt door onderzoekers van het Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN) deze week een drietal veiligheidsconcepten getest.
Directe aanleiding voor de proef was het incident met het vrachtschip Julietta D. Dat schip raakte in januari op de Noordzee op drift, precies in het gebied ook waar een windpark wordt gebouwd voor de kust van Noordwijk. Daarbij voer het schip eerst tegen een tanker aan en daarna tegen een transformatieplatform in aanbouw en ook tegen de fundering van een windturbine.
Twintig experts bedachten in februari drie veiligheidsconcepten die nu op schaal in Wageningen worden getest. Als eerste wordt een opstelling getest waarbij een verankerde lijn met boeien als een soort vangrail moet voorkomen dat een schip richting de windmolens zou kunnen afdrijven. Als tweede gaat het om een net dat tussen palen wordt gespannen en op drift geslagen schepen moet tegenhouden. De derde en laatste methode die wordt onderzocht is een verankerde haaklijn onder water, waar als het goed is het anker van het op drift geslagen schip in vast komt te zitten.
MARIN legt uit dat een aanvaring met een windturbine op zee groot gevaar kan betekenen voor bemanning, passagiers, het schip zelf en het milieu. Ook omdat er een kans is dat een windmolen bij een aanvaring op een schip valt.
Tot 2030 worden er in de Noordzee alleen al zo'n 2500 windmolens geplaatst. Daardoor neemt de kans op ongelukken ook toe. Volgens MARIN kan het gemiddeld zo'n twee keer per jaar voorkomen dat een schip een aanvaring met een windmolen heeft. Gemiddeld tachtig keer per jaar raakt een schip op drift op de Noordzee.