De Chinese inflatie is in september toegenomen ten opzichte van een maand eerder. Dat blijkt uit gegevens van het nationale statistiekbureau. De Afrikaanse varkenspest die in Azië heerst was een van de aanjagers van de prijsstijgingen. Zonder de invloed van de sterk schommelende prijzen voor voedsel en energie, bleven de consumentenprijzen stabiel.
De inflatie kwam uit op 3 procent op jaarbasis, iets hoger dan de 2,8 procent van augustus. Dat was een iets hogere stijging dan waar economen in doorsnee rekening mee hadden gehouden. De prijs van voedsel ging 11,2 procent omhoog en die van varkensvlees werd ruim twee derde hoger.
Tegelijkertijd daalden de prijzen die Chinese producenten voor hun producten rekenen. Die gingen met 1,2 procent omlaag, zoals economen in doorsnee al hadden verwacht. Die daling maakt het moeilijker voor bedrijven om winst te maken en dus ook om hun schulden af te betalen.