De woonlasten zullen volgend jaar met gemiddeld 2,1 procent stijgen. Daarmee zijn huiseigenaren in doorsnee 851 euro kwijt aan Onroerendezaakbelasting (Ozb), afvalstoffen- en rioolheffing, concludeert de Vereniging Eigen Huis na een steekproef onder 106 gemeenten. Maar er zijn ook dit keer weer gemeenten waar de stijging veel sterker is, of waar de Ozb zelfs daalt.
In Hillegom, Lisse, Twenterand en Zuidplas stijgt de belasting op de eigen woning met meer dan 10 procent. In Noordwijk is dit 21 procent en in Papendrecht dik 28 procent. Verder noemde de VEH het opmerkelijk dat er ook dertig gemeenten zijn waar de Ozb volgend jaar licht omlaag gaat. In Schouwen-Duiveland is de daling met bijna 8 procent het grootst.
De afvalstoffenheffing stijgt komend jaar gematigd met gemiddeld 3,1 procent. Daarbij is Papendrecht opnieuw de uitschieter. Het tarief voor meerpersoonshuishoudens stijgt hier ruim 28 procent. Alleenstaanden betalen in deze gemeente juist minder. Verder zijn ook gezinnen in Gooise Meren (17 procent) en Dronten (16,8 procent) fors meer kwijt aan afvalheffing. Ook in Dronten is er sprake van een lager tarief voor alleenstaanden. In Harderwijk daalt de afvalstoffenheffing bijna met een kwart.
De gemiddelde stijging van de woonlasten is volgens de VEH minder hoog dan in voorgaande jaren. In 2020 en 2021 stegen de gemeentelijke woonlasten met gemiddeld 5 procent.
De VEH waarschuwt er wel voor dat de lasten na volgend jaar weer flink stijgen. Demissionair minister Kajsa Ollongron (Binnenlandse Zaken) liet eerder dit jaar weten dat gemeenten extra geld krijgen om tekorten bij de uitvoering van de Wmo en jeugdzorgtaken te dekken. Als het aan de VEH ligt, komt het nieuwe kabinet daarvoor met een structurele oplossing, omdat de rekening voor brede maatschappelijke voorzieningen straks "eenzijdig" bij mensen met een eigen woning wordt gelegd.
De VEH onderzoekt twee maal per jaar de gemeentelijke woonlasten. In maart wordt het overzicht van de woonlasten in alle gemeenten gepubliceerd.