Bedrijven in de industrie- en energiesector dreigen in droge perioden, zoals de afgelopen zomer, gedeeltelijk of geheel te moeten worden stilgelegd als gevolg van het koelwaterbeleid van de overheid. Daarvoor waarschuwt de Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW), de belangenbehartiger voor de zakelijke elektriciteit- gas- en waterafnemers in Nederland.
Door de combinatie van klimaatverandering en koelwaterlozingen stroomopwaarts neemt de temperatuur van het water in de grote rivieren toe. Deze hogere temperatuur kan een negatieve invloed hebben op de waterkwaliteit. Het kabinet wil dan ook koelwaterlozingen op grote rivieren begrenzen door een maximumtemperatuur van het inkomende water in te stellen van 25 graden. Dat is aanzienlijk lager dan de maximumtemperatuur van 28 graden die nu geldt.
Het plan is onderdeel van een omvangrijk pakket aan maatregelen van het kabinet dat ervoor moet zorgen dat water en bodem sturend worden in het beleid voor de ruimtelijke ordening. De maatregelen zijn opgenomen in een brief die recent naar de Tweede Kamer is gestuurd.
Maar ze leiden er volgens VEMW en Energie-Nederland toe dat de industriële productie en de stroomvoorziening in gevaar kunnen komen. Toegang tot oppervlaktewater en voldoende mogelijkheden om restwarmte te lozen zijn namelijk van groot belang voor de continuïteit van energiebedrijven en industriële bedrijven. Door het aanpassen van de temperatuurnorm neemt de ruimte om warmte te lozen af en die is de laatste jaren al kleiner geworden door de effecten van klimaatverandering.
Door het verlagen van de temperatuurnorm verdwijnt volgens de brancheverenigingen ook de speelruimte om een droge zomer door te komen. De organisaties willen daarom met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in overleg om te kijken hoe grote problemen kunnen worden voorkomen. Ook willen de verenigingen dat het kabinet kijkt naar oplossingen die andere landen kiezen. Zo hanteert Duitsland een temperatuurnorm voor de zomer en een aangepaste norm voor de winter.