Venezuela stopt met de eigen cryptomunt petro, die president Nicolás Maduro zes jaar geleden introduceerde om Amerikaanse sancties te omzeilen. Het digitale geld slaagde er in het Zuid-Amerikaanse land nooit echt in de hoge verwachtingen van de regering waar te maken. In plaats daarvan werd de petro juist onderdeel van een groot corruptieschandaal.
Maduro wilde met de introductie van de petro de financiële blokkade doorbreken die was opgeworpen tegen zijn olierijke maar door crises geteisterde land. De cryptomunt werd in februari 2018 met veel pracht en praal gelanceerd.
Maar voor de meeste gewone Venezolanen bleef het onduidelijk hoe ze de nieuwe munt moesten gebruiken. Door sommige risicobeoordelingsinstanties werd de petro ook bestempeld als "oplichterij".
In 2020 probeerde de president de munt nog nieuw leven in te blazen door luchtvaartmaatschappijen die vanuit Caracas vliegen de opdracht te geven deze te gebruiken om brandstof te betalen. Uiteindelijk bleef het gebruik ervan echter beperkt tot bepaalde staatsdiensten, bijvoorbeeld voor het betalen van belastingen. Verkeersboetes werden ook uitgedeeld in petro's, maar het was niet mogelijk om deze daadwerkelijk met de cryptomunt te betalen.
De spreekwoordelijke doodsteek voor de munt was een corruptieschandaal rond gelden uit de oliewinning dat vorig jaar aan het licht kwam en waarin cryptotransacties een belangrijke rol bleken te spelen. De zaak leidde onder meer tot het aftreden van olieminister Tareck El Aissami en tientallen arrestaties.
"De petro (PTR) is officieel dood", schreef een Venezolaanse cryptopartij onlangs al op sociale media. Alle cryptoportemonnees op het Patria Platform, de enige website waar de petro verhandelbaar was, worden maandag gesloten, is inmiddels bekendgemaakt. Resterende petro's worden omgezet in Venezolaanse bolivar.