In Hongkong is sinds vrijdag de handel in ivoorproducten goeddeels verboden. Het verbod is het slotstuk van een drie jaar durend proces om de ooit welig tierende handel in ivoor in de stad uit te bannen.
In 2018 werd een wetsvoorstel aangenomen om de handel in ivoor geleidelijk aan te verbieden. Natuurbeschermers zagen het gefaseerd verbannen van de handel als een maas in de wet waar handelaren nog lange tijd dankbaar gebruik van konden maken.
Volgens een rapport uit 2019 zou Hongkong een grote rol hebben gespeeld bij een vijfde van de ivoorvangsten wereldwijd in de afgelopen tien jaar. Op de laatste dag dat nog ivoor mocht worden verkocht zouden bij winkels kleine rijen hebben gestaan, zo meldden lokale media.
De nieuwe regels verbieden de "invoer, wederuitvoer en het commerciële bezit van olifantenivoor". Wel wordt een uitzondering gemaakt voor antieke stukken die dateren van voor 1925. Overtreders van de regels kunnen een boete krijgen van maximaal 10 miljoen Hongkong dollar (1,1 miljoen euro) en een gevangenisstraf van 10 jaar.
Met zijn drukke haven en andere verbindingen was Hongkong lange tijd een belangrijke doorvoerhaven voor de illegale handel in delen van bedreigde dieren zoals olifanten, neushoorns en schubdieren. Het grootste deel daarvan was bestemd voor consumenten op het Chinese vasteland. Afrikaans ivoor is daar een gewild statussymbool. In China zelf is de handel in ivoor sinds 2018 verboden.