Het verbruik van energie uit hernieuwbare bronnen is vorig jaar met 16 procent gestegen ten opzichte van 2018. Dat was grotendeels te danken aan het meer meestoken van biomassa in de vorm van biodiesel en biobenzine bij energiecentrales. Daarnaast nam ook het verbruik van zonnestroom sterk toe, aldus de jongste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Nederland leunde in 2019 sterker op nieuwe vormen van energie dan een jaar daarvoor. In totaal kwam 181 petajoule in 2019 van verbruikte energie uit groene bronnen. Dat was goed voor ruim 8 procent van het totale energieverbruik in Nederland, dat op ongeveer 2100 petajoule uitkwam. Vorig jaar bestond het energieverbruik nog voor ruim 7 procent uit hernieuwbare bronnen.
Toch ligt het verbruik van groene energie ver onder het streefniveau. In EU-verband is afgesproken dat het Nederlandse aandeel hernieuwbare energie in 2020 op 14 procent moet liggen. Dit kan bereikt worden door verbruik van hernieuwbare energie uit Nederland, maar ook door het in te kopen bij landen met een overschot.
Biomassa was met 60 procent de grootste bron van hernieuwbare energie in 2019. Het energieverbruik uit deze bron nam met een zesde toe mede dankzij meer verbruik door kolencentrales. Het ging daar om een verdrievoudiging, onder andere omdat de nieuwe kolencentrale bij de Eemshaven biomassa is gaan meestoken. Een groot deel van de in Nederland op de markt gebrachte biobrandstoffen is gemaakt uit gebruikt frituurvet, merkt het statistiekbureau op.
Het verbruik van zonne-energie groeide met meer dan een derde. De capaciteit van stroom die zonnepanelen kunnen opwekken steeg met een recordhoeveelheid van ruim 50 procent naar 6800 megawatt. Het verbruik van energie uit wind nam slechts met 7 procent toe.