Nederlanders hebben in het eerste kwartaal van dit jaar tijdens de coronalockdown flink meer online geshopt dan een jaar eerder. Volgens onderzoek in opdracht van onder andere brancheorganisatie Thuiswinkel.org waren de verkopen van webwinkels goed voor meer dan 22 procent van de totale bestedingen in de detailhandel. "Dat is het hoogste percentage ooit gemeten, want normaal schommelt dat rond de 10 procent", zegt Thuiswinkel.org-directeur Marlene ten Ham.
Er werden in totaal 91,6 miljoen aankopen via het internet gedaan, goed voor een stijging van 31 procent. Hiermee was 7,7 miljard euro gemoeid, wat 26 procent meer is dan in dezelfde periode vorig jaar. Bijvoorbeeld aan woonartikelen, consumentenelektronica, speelgoed en ook eten werd flink meer uitgegeven.
De verkopen kregen een boost doordat veel niet-essentiële winkels vanwege de lockdown waren gesloten. Voor veel aankopen waren mensen dus aangewezen op webwinkels. Niet alleen waren er bijna 1 miljoen nieuwe onlinekopers ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar, maar het gemiddeld besteed bedrag per onlinekoper is ook sterk gestegen.
Veel fysieke winkels zijn daarnaast een webwinkel begonnen om toch nog wat omzet binnen te kunnen halen. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wezen volgens de onderzoekers eerder al uit dat er in het eerste kwartaal ruim 4600 webwinkels bijkwamen in Nederland, ten opzichte van ruim 2200 nieuwe in dezelfde periode vorig jaar.
Uit het nieuwe onderzoek komt ook naar voren dat meer consumenten hun onlinebestedingen over de grens deden. Maar ze gaven bij buitenlandse webshops in totaal wel minder uit. "Vorig jaar ging het om 681 miljoen euro, dit jaar om 635 miljoen euro", aldus Ten Ham. Het is volgens haar dus vooral de Nederlandse markt die profiteert van de onlinegroei. Dit komt waarschijnlijk omdat veel buitenlandse aankopen normaal een link met het toerisme hebben, en die sector is juist hard geraakt door de virusuitbraak.