Het gemiddelde verzuimpercentage in Nederland is in juli opnieuw gestegen, terwijl over het algemeen in de zomer juist minder mensen ziek thuiszitten. Het verzuimpercentage steeg vorige maand licht naar 4,5 procent, blijkt uit cijfers van arbodiensten ArboNed en HumanCapitalCare, die samen goed zijn voor ongeveer 1 miljoen werknemers en meer dan 63.000 werkgevers.
Ook in de zorgsector was een trendbreuk te zien. Daar bedroeg het verzuim in juli 7,9 procent, becijfert verzuimdatabedrijf Vernet. Daarmee lag het verzuim een zesde hoger dan een jaar eerder in dezelfde maand. Vernet verwijst als oorzaak naar het hoge aantal coronabesmettingen in juli.
In juni zat 4,4 procent van de Nederlandse werknemers thuis volgens ArboNed. Tussen juli 2021 en juni 2022 was het gemiddelde verzuimpercentage 4,7 procent. Dat is het hoogste niveau in jaren.
In de zomerperiode is er vaak minder verzuim, omdat veel mensen dan vakantie hebben. Sinds de coronapandemie is dit echter veranderd. "Vorig jaar zagen we dat het verzuimpercentage in juli al gelijk bleef en niet daalde", zegt Jurriaan Penders, bedrijfsarts en directeur medische zaken bij HumanCapitalCare. "Dit jaar zien we zelfs een stijging. Die wordt voornamelijk veroorzaakt door een piek in het aantal ziekmeldingen door corona in de eerste helft van juli", duidt ook hij de oorzaak.
Uit de data blijkt dat medewerkers na een coronabesmetting wel sneller weer aan het werk gaan. "De helft is na zeven dagen weer aan het werk. Tussen februari en juni vorig jaar - toen de variant Alpha dominant was - was dat nog vijftien dagen", aldus Penders.
Het verzuim stijgt ook om psychische redenen, zoals spanningsklachten en burn-outs. Volgens Penders zorgt onder meer de krapte op de arbeidsmarkt voor meer werkdruk.