Nederlandse vissers zijn opgelucht dat er een brexitdeal is en dat ze toegang houden tot de Britse wateren, maar zeker niet blij met de gesloten deal. Dat zegt directeur Pim Visser van VisNed, dat de belangen van de kottervissers vertegenwoordigt. "De visserij betaalt een hoge prijs voor deze deal."
De overeenkomst betekent onder meer dat Nederlandse vissers de komende jaren een kwart minder vis mogen vangen in Britse wateren. Dat kost de sector waarschijnlijk honderden miljoenen euro's.
Als toelatingsprijs voor Europese vissers in de Britse wateren krijgen de Britse vissers een deel van de Europese visquota toegekend, legt Visser uit. "Ze krijgen elk jaar duizend ton tong, wat schol en kabeljauw, maar ook veel haring en makreel. Dat is heel veel geld dat definitief weg is."
Visser denkt dat de gevolgen van de brexit ook op een andere manier nog jaren te voelen zijn. "Er mag minder vis gevangen worden in het Kanaal, waar Nederlandse en Franse vissers nu beide vissen. Dat zal de spanningen doen oplopen."
Ook Gerard van Balsfoort, voorzitter van de Redersvereniging voor de Zeevisserij, wijst op de verloren vangstrechten. Daarbij benadrukt hij dat de toekomst voor de vissers door het akkoord erg onzeker is, want er is afgesproken om over 5,5 jaar weer te onderhandelen over toegang tot de Britse wateren.
"Ondernemers moeten kunnen investeren in schepen en nieuwe visserijtechnieken, met een lange tijdhorizon", aldus Van Balsfoort. "Maar die horizon is nu teruggebracht tot 5,5 jaar, terwijl we gevraagd hebben om een brexitdeal voor minstens 25 jaar."
Bij de Nederlandse Vissersbond vrezen ze dat de deal het begin van het einde is van de Nederlandse kottervisserij zoals we die nu kennen. "De Britten hebben het keihard gespeeld omdat visserij hun enige ‘winstpunt’ in brexit is. Het is willens en wetens tot het laatst bewaard", stelt voorzitter Johan Nooitgedagt. Eerder kregen de kottervissers al een flinke klap door het Europese verbod op pulsvisserij.