Armere landen zullen vanwege de hoge voedselprijzen dit jaar minder voedsel importeren, omdat ze het niet kunnen betalen. Dat meldt de voedsel- en landbouworganisatie FAO van de Verenigde Naties in een rapport. Vanwege de oorlog in Oekraïne gingen de voedselprijzen vooral vorig jaar hard omhoog. Inmiddels zijn veel producten wel wat in prijs gedaald, maar blijven de prijzen relatief hoog. De wereldwijde rekening voor de voedselimport zal dit jaar een nieuw record bereiken, aldus de FAO.
De organisatie heeft gewaarschuwd dat arme landen door de hoge prijzen met meer armoede en hongersnood te maken kunnen krijgen. Ook vreest de organisatie dat mensen meer beperkt worden in de keuze aan levensmiddelen omdat ze zich bijvoorbeeld geen vlees meer kunnen veroorloven. Dat zorgt weer voor een minder gevarieerd dieet.
Volgens de FAO zal de invoer in de 47 minst ontwikkelde landen ter wereld, voornamelijk in Afrika, met 1,5 procent dalen. In landen als Turkije, Pakistan en Egypte zou het zelfs om een afname met bijna 5 procent gaan. Turkije kampt bijvoorbeeld met een zeer hoge inflatie waardoor de koopkracht wordt gedrukt en mensen dus minder geld hebben voor voedsel.
De wereldwijde rekening voor de import van voedsel zal dit jaar stijgen naar bijna 2 biljoen dollar, aldus de FAO. Dat is 1,5 procent meer dan in 2022, toen ook al een nieuw record werd aangetikt. Het volume van die importen ligt dan wel weer lager als gevolg van de hogere prijzen. Landen kunnen daardoor immers minder kopen voor hetzelfde geld.