De automarkt zet zijn herstel uit de chipcrisis voort. In de Europese Unie gingen in november weer veel meer nieuwe auto's de deur uit dan in dezelfde maand vorig jaar, meldt de Europese autobrancheorganisatie ACEA. Dat is voor de vierde maand op rij, na forse verkoopdalingen begin dit jaar.
Met bijna 830.000 verkochte nieuwe auto's in november bedroeg de groei op jaarbasis ruim 16 procent. In Nederland werden ruim 2 procent meer auto's verkocht, terwijl Duitsland de koploper is met een groei van bijna een derde.
Door toeleveringsproblemen eerder dit jaar is het totaal aantal verkochte auto's in de Europese Unie dit jaar nog wel zo'n 6 procent lager dan in 2021. In Nederland liggen de verkopen tot en met november ongeveer 2 procent lager. Italië kent de grootste krimp met een min van bijna 12 procent.
Autofabrikanten kampten lange tijd met chiptekorten. Nu wordt een soort inhaalslag gemaakt met de autoverkoop, ondanks de hoge inflatie en economische onzekerheid in Europa.
Het Duitse autoconcern Volkswagen, met ook merken als Audi, Seat en Skoda, had vorige maand binnen de EU het grootste marktaandeel (25,1 procent). Daarna volgt Stellantis, het moederconcern van onder meer Peugeot, Citroën, Fiat en Opel, met zo'n 18 procent. Renault heeft bijna 11 procent van de markt in handen.