Het verstrekken van subsidies en geven van belastingvoordelen aan bedrijven die met fossiele brandstoffen bezig zijn, remt de innovatie. Dat stelt bestuursvoorzitter Eric Uijen van PME Pensioenfonds in een opiniestuk in Trouw. Dat geld kan ook besteed worden aan duurzame vormen van energie die zo doorontwikkeld kunnen worden.
PME, het pensioenfonds voor de metaal en techniek, stapte in 2018 al uit de steenkoolproductie en in 2021 verkocht het ook zijn investeringen in de productie van olie en gas. "Na jarenlange gesprekken bleek de sector geenszins de urgentie van klimaatverandering in te zien", aldus Uijen. Dat betekent volgens hem dus dat we niet op de bedrijven uit de sector hoeven te rekenen om de energietransitie te helpen versnellen.
Fossiele bedrijven vormen volgens Uijen ook een rendementsrisico op de langere termijn. "Wereldwijd worden klimaateisen steeds strenger, succesvolle rechtszaken zetten de industrie onder druk, de kosten van de CO2-heffing en emissierechten stijgen jaarlijks en in 2039 gaan deze rechten naar nul", vat de PME-voorman samen. Het is daardoor juist verstandig voor investeerders om uit fossiele brandstoffen te stappen.
Maar ook de fossiele subsidies bedreigen de rendementen van pensioenfondsen, betoogt Uijen. "Subsidie op fossiel houdt het gebruik ervan in stand, belemmert innovatie en versterkt daarmee klimaatverandering." En dat terwijl pensioenfondsen vooral op de lange termijn beleggen. Dat gaat het best in een wereld zonder grote schokken, zoals klimaatverandering. "Met andere woorden, een stabiel rendement vraagt om een stabiele wereld."