Het verzet van vooral Nederland en Duitsland tegen een strengere maximumprijs voor gas kan desnoods ook aan de kant worden geschoven, zegt de voorzitter van de energieministers die daarover in Brussel onderhandelen. Als de ministers van de 27 EU-landen er niet uitkomen, is het denkbaar dat hij een stemming belegt en de voorstanders de tegenstanders overstemmen.
De Tsjechische minister Jozef Sikela is aan zijn laatste dagen als voorzitter bezig en wil na maandenlang getouwtrek vóór zijn afzwaaien een akkoord over het prijsplafond. Een meerderheid is voor, met bijvoorbeeld België, Italië en Polen als fervente voorstanders. Met name Nederland en Duitsland hebben zo hun bedenkingen bij dit marktingrijpen.
De beide kampen zijn elkaar de afgelopen dagen zo genaderd dat minister Rob Jetten verwacht dat ze het dit keer eens kunnen worden. Maar al snel na aanvang van de ministerraad in Brussel werd het overleg over de prijslimiet tot nader order opgeschort.
Sikela mikt erop "dat we aan het eind van de dag een overeenkomst hebben", zei hij bij aankomst. Liefst met algemene stemmen, zodat ook Nederland en zwaargewicht Duitsland akkoord zijn. Maar het uitschrijven van een stemming en besluiten met alleen de vereiste ruime meerderheid is "ook een manier om tot een akkoord te komen", zegt hij.
Voorvechters van een krachtig prijsplafond hebben steeds gezegd dat ze de tegenstanders hun wil niet willen opleggen. Maar de steun voor het doorzetten van een stemming groeit, zeggen diplomaten.
Nederland en Duitsland willen de maximumprijs pas van kracht laten worden als de gasprijs boven de 200 euro ligt. Die lat is voor veel landen in het andere kamp nog veel te hoog. Sikela rekent op een limiet "die begint met het cijfer 1".