Vrachtwagenfabrikant Scania moet de megaboete van ruim 880 miljoen euro voor verboden prijsafspraken gewoon betalen. Het hoger beroep bij het Europees Hof van Justitie is op niets uitgelopen. De hoogste rechter van Europa vindt dat een lagere rechtbank geen fouten heeft gemaakt bij een eerdere uitspraak.
Het Zweedse Scania kreeg de boete in 2017 opgelegd voor verboden prijsafspraken met vijf branchegenoten tussen 1997 en 2011. Volgens de Europese mededingingsautoriteiten werkten de partijen samen om de kosten van uitstootbeperkende maatregelen door te berekenen aan klanten, zodat de bedrijven zelf niet hoefden in te teren op hun winsten.
De andere fabrikanten, waaronder Daimler en DAF, gingen eerder al akkoord met een gezamenlijke schikking van 2,9 miljard euro. Daar wilde Scania niet aan meewerken. In plaats daarvan besloot het Volkswagen-onderdeel de straf aan te vechten.