Regeringspartij CDA vindt het vreemd dat toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) niet gaat toetsen of het bestuur van ING nog wel geschikt is om de bank te leiden. De top kwam in opspraak door een affaire met witwassen, die werd geschikt voor 775 miljoen euro.
,,Als het bij deze grote witwaszaak al niet gebeurt, wanneer dan nog wel?'', vraagt CDA-Kamerlid Erik Ronnes zich af. Hij gaat de kwestie aankaarten en wil opheldering over de rol van de toezichthouder. Dit straalt af op het imago van de hele bankensector, stelt hij.
Minister Wopke Hoekstra (Financiën), een partijgenoot van Ronnes, benadrukt dat DNB volstrekt onafhankelijk is, en hij noemt dat een goed principe: ,,Het is aan DNB om hier te oordelen.'' Omdat ING een van de belangrijkste banken van Nederland is, is er ook een rol voor de Europese Centrale Bank om het gedrag van de bank te toetsen, aldus de bewindsman.
De twee CDA'ers reageren op een reconstructie van de affaire door Het Financieele Dagblad (FD). DNB kan als toezichthouder een bestuurder van een financiële instelling hertoetsen als er sprake is van een redelijke aanleiding. Dat is het geval bij ING, dat jarenlang de regels tegen witwassen heeft overtreden.
De toezichthouder schaarde zich echter achter de uitkomst van een onderzoek dat advocatenbureau Stibbe uitvoerde in opdracht van ING. De conclusie was dat niemand binnen de bank actief of verwijtbaar beleid heeft gevoerd dat leidde tot de tekortschietende controles.
Ronnes vindt dat de partij die wordt onderzocht, niet de opdrachtgever van het onderzoek kan zijn. Hij heeft dan ook veel vragen over de manier waarop de toezichthouder zich opstelt in deze zaak. ,,Die regels zijn niet voor niks gemaakt''. Zo plaatst hij ook vraagtekens bij de uitspraak 'We moeten met elkaar verder' van DNB aan de ING-top.