Vrouwelijke uitvinders zijn ondervertegenwoordigd als het gaat om het aanvragen van de officiële rechten voor hun ideeën. Dat meldt het Europese octrooibureau EPO dat voor het eerst onderzoek deed naar de man-vrouwverhouding in octrooiaanvragen in Europa. Nederland scoort daarbij onder het Europese gemiddelde.
De EPO-onderzoekers keken naar de octrooiaanvragen bij het octrooibureau tussen 1978 en 2019. Uit de meest recente cijfers blijkt dat 13,2 procent van de aanvragen door vrouwelijke uitvinders is gedaan. In de loop der jaren is het aandeel vrouwen wel gestegen. Zo waren vrouwen in Europa aan het eind van de jaren zeventig nog goed voor slechts 2 procent van de octrooiaanvragen.
Voor Nederland geldt een percentage van 11,9 procent. Daarmee bevindt Nederland zich in de onderste regionen van de Europese lijst, net boven Tsjechië (11,7 procent) en onder Slowakije (12 procent). Het Europese land waar vrouwelijke uitvinders in verhouding het vaakst de officiële rechten voor een idee aanvragen is Letland. Ruim 30 procent van alle octrooien werd daar tussen 2010 en 2019 aangevraagd door vrouwen. Onderaan de lijst staat Oostenrijk met 8 procent.
In vrijwel alle sectoren nam het aandeel octrooiaanvragen door vrouwen toe in Europa. In de chemische sector vragen vrouwen naar verhouding het vaakst een octrooi aan. Tussen 2010 en 2019 bedroeg dit aandeel ruim 22 procent. In de werktuigbouwkunde is de verhouding het laagst, daar maakten de aanvragen van vrouwen slechts 5,2 procent uit van alle aanvragen.