De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag met winsten aan de nieuwe handelsdag begonnen. Beleggers verwerken de belofte van China om er alles aan te doen om verspreiding van het nieuwe coronavirus tegen te gaan. Technologieconcern IBM behoorde tot de winnaars na cijfers. Het tegenovergestelde gold voor medisch bedrijf Johnson & Johnson en streamingdienst Netflix.
De leidende Dow-Jonesindex noteerde kort na de openingsbel 0,3 procent hoger op 29.289 punten. De brede S&P 500 won 0,4 procent tot 3334 punten en techgraadmeter Nasdaq steeg 0,6 procent tot 9427 punten.
Het nieuwe coronavirus is in China bij meer dan 470 mensen vastgesteld. Het virus is verwant aan het SARS-virus dat in 2003 veel onrust veroorzaakte. Dat het virus ook in de VS is opgedoken drukte dinsdag de belangrijkste graadmeters op Wall Street. Voornamelijk aandelen van luchtvaartmaatschappijen en op toerisme gerichte bedrijven stonden onder druk.
Netflix verloor in de vroege handel 2,5 procent. De streamingdienst wist qua aanwas van abonnees afgelopen kwartaal zijn eigen verwachtingen te overtreffen. Wel werd op de Amerikaanse markt de concurrentie van Disney+ gevoeld. De prognose voor nieuwe abonnees in het lopende, eerste kwartaal was verder minder dan analisten in doorsnee hadden verwacht.
IBM behaalde in het vierde kwartaal een marginaal hogere omzet dan een jaar eerder. Het was de eerste stijging van de opbrengsten in vijf kwartalen, geholpen door sterke resultaten van de cloudtak. Het aandeel won dik 4 procent. Farmaceut Johnson & Johnson (min 1 procent) zag de omzet in het vierde kwartaal minder hard stijgen dan kenners hadden verwacht, maar hield wel een aanzienlijke hogere winst over.
Automaker Tesla steeg 3,3 procent en zag zijn beurswaarde door de grens van 100 miljard dollar breken. Daarmee streefde de maker van louter elektrische auto's Volkswagen voorbij.