De aandelenbeurzen in New York borduurden maandag na een ietwat schommelende handelssessie licht verder op de records die vrijdag werden behaald. De aandacht van beleggers op Wall Street ging vooral uit naar de kwartaalresultaten van de grote bank Citigroup, die daarmee het cijferseizoen in de Verenigde Staten aftrapte.
De Dow-Jonesindex eindigde uiteindelijk met een plus van 0,1 procent op 27.359,16 punten. De brede S&P 500 steeg een fractie tot 3014,30 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq won 0,2 procent tot 8258,18 punten.
De handelsontwikkelingen bleven ook boven de markt hangen. De economie van China groeide in het tweede kwartaal met 6,2 procent, het laagste groeitempo sinds begin jaren negentig. Volgens president Donald Trump moet China zich hierdoor meer meewerkend opstellen in het handelsoverleg. Hij zei daarnaast dat het Aziatische land graag een handelsakkoord wil sluiten.
Citigroup ging licht omlaag, ondanks meevallende cijfers. Branchegenoten Goldman Sachs, JPMorgan Chase, Wells Fargo, Morgan Stanley en Bank of America stonden tot 1,4 procent in het rood. Zij komen deze week eveneens met resultaten. Ook namen als onlinevideodienst Netflix, medisch bedrijf Johnson & Johnson, technologiebedrijf IBM, vermogensbeheerder BlackRock, chipconcern Texas Instruments, softwareproducent Microsoft en internethandelaar eBay meldden cijfers.
Cyberveiligheidsbedrijf Symantec kelderde bijna 11 procent, na berichten dat de overnamegesprekken met chipconcern Broadcom (plus 1 procent) zijn mislukt. Eerder deze maand werd door ingewijden nog gemeld dat Broadcom op het punt stond om Symantec over te nemen voor ruim 15 miljard dollar. Symantec is actief op het gebied van antivirussoftware zoals Norton AntiVirus.
Gilead Sciences won 2,7 procent. Het Amerikaanse biotechnologiebedrijf heeft een megadeal gesloten met de in Amsterdam genoteerde samenwerkingspartner Galapagos. Daarbij vergroot Gilead onder meer zijn belang in Galapagos en zal het de komende tien jaar geen overnamebod doen op de onderneming.
De euro noteerde 1,1257 dollar tegen 1,1256 dollar bij het slot in Europa. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 1,5 procent tot 59,29 dollar. Brentolie werd 0,9 procent goedkoper op 66,14 dollar per vat.