De aandelenbeurzen in New York gingen woensdag opnieuw omlaag. Beleggers reageerden op de nieuwste inflatiecijfers uit de Verenigde Staten. Daaruit bleek dat de prijzen van consumentengoederen in juni verder zijn gestegen tot 9,1 procent, van 8,6 procent in mei. De inflatie blijft daarmee op het hoogste niveau in ruim veertig jaar. De Federal Reserve zal daardoor de rente waarschijnlijk stevig blijven verhogen om de hoge inflatie af te remmen.
De Fed verhoogde vorige maand de rente al met 0,75 procentpunt, de sterkste renteverhoging sinds 1994. Aangezien de inflatie nog geen teken van afkoeling laat zien zal de Fed later deze maand de rente vermoedelijk opnieuw verhogen met driekwart procentpunt. De vrees voor een recessie neemt daardoor wel toe. Een hogere rente remt namelijk niet alleen de inflatie maar zet ook de rem op de economische groei. Economen van Bank of America verwachten dan ook dat de grootste economie ter wereld dit jaar in een "milde recessie" zal belanden.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na opening 0,9 procent lager op 30.713 punten. De brede S&P 500 daalde 1,1 procent tot 3777 punten en techgraadmeter Nasdaq verloor 1,3 procent tot 11.114 punten.
Twitter won ruim 5 procent. Het bedrijf klaagt de rijkste man van de wereld, Elon Musk, aan omdat hij afziet van de koop van de berichtendienst. Twitter wil dat de rechter Musk dwingt alsnog tot de overname over te gaan voor de afgesproken 54,20 dollar per aandeel, melden Amerikaanse media. De advocaten van Twitter noemen dat het afblazen van de overnamedeal door Musk eerder al "ongeldig en onrechtmatig".
Delta Air Lines zakte meer dan 6 procent na publicatie van de kwartaalcijfers. De luchtvaartmaatschappij boekte in het tweede kwartaal meer omzet dan verwacht dankzij het sterke herstel van de vraag naar tickets. De winst viel echter lager uit dan gehoopt door hogere brandstofprijzen en stijgende operationele kosten.
Alphabet werd 2,3 procent lager gezet. Internetconcern Google is van plan om de aanwerving van nieuw personeel voor de rest van het jaar te verminderen vanwege een mogelijke economische recessie.
De euro was 1,0024 dollar waard. De eenheidsmunt dook eerder op de dag voor het eerst in twintig jaar even onder de 1 dollar. De olieprijzen krabbelden op na de flinke daling een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,7 procent meer op 96,46 dollar en Brentolie werd 0,1 procent duurder op 99,60 dollar per vat.