De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag met kleine wisselingen aan de handelsdag begonnen, na de stevige koerswinsten een dag eerder. Het nieuws van de farmaceuten Pfizer en BioNTech, dat hun coronavaccin na drie prikken evenveel bescherming biedt tegen de Omikron-variant als twee prikken tegen andere varianten, bood weinig steun aan de handel. De zorgen over de economische impact van Omikron waren al flink afgenomen door berichten dat de ziekteverschijnselen van de nieuwe variant mild zouden zijn.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na opening 0,1 procent hoger op 35.751 punten. De brede S&P 500 daalde 0,1 procent tot 4682 punten en technologiebeurs Nasdaq leverde 0,4 procent in tot 15.624 punten.
Pfizer dikte 0,4 procent aan, maar zijn Duitse samenwerkingspartner BioNTech werd 1,3 procent lager gezet. Volgens de vaccinmakers blijkt uit de eerste onderzoeken in laboratoria dat mensen na drie prikken 25 keer zoveel antistoffen in hun lichaam hebben als na twee inentingen. Op basis van de eerste onderzoeken gaan de farmaceuten er ook vanuit dat hun vaccin na twee prikken ook goed voorkomt dat mensen ernstig ziek worden door Omikron.
Apple won 0,8 procent. Het techconcern ligt daarmee op koers om als eerste bedrijf een marktwaarde van 3 biljoen dollar te bereiken. In 2018 ging Apple al als eerste door de grens van 1 biljoen dollar heen en in 2020 werd het bedrijf als eerste meer dan 2 biljoen dollar waard. De iPhonemaker is daarmee volgens persbureau Bloomberg meer waard dan alle bedrijven op de Duitse beurs of de hele Britse economie.
Meta, het bedrijf achter Facebook en Instagram, steeg 0,9 procent. Topman Adam Mosseri van Instagram getuigt woensdag voor het Amerikaanse Congres over hoe het socialmediaplaform omgaat met de veiligheid van jonge gebruikers. Mosseri zal daarbij moeten reageren op de onthullingen van een klokkenluider dat het bedrijf te weinig doet om tieners te beschermen tegen de gevaarlijke effecten van het platform.
Campbell Soup dikte ruim 4 procent aan. Het voedingsconcern boekte afgelopen kwartaal meer winst dan verwacht, maar de omzet viel wel wat tegen. Het bedrijf achter de bekende soepblikken wist de impact van de hogere grondstofkosten te beperken door prijsverhogingen en productiviteitsverbeteringen.
De euro was 1,1306 dollar waard, tegen 1,1266 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 0,4 procent goedkoper op 71,78 dollar en Brentolie daalde 0,2 procent in prijs tot 75,27.