De aandelenbeurzen in New York eindigden aan het einde van de handelsdag op woensdag in het rood. Beleggers namen weinig risico voorafgaand aan de stemming in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden over de onlangs gesloten deal over de verhoging van het schuldenplafond van de overheid. Die vindt naar verwachting in de nacht van woensdag op donderdag plaats. Bij het uitblijven van een goedkeuring door het Congres dreigen de Verenigde Staten binnenkort zonder geld te komen zitten, wat grote chaos op financiële markten kan veroorzaken.
Beleggers verwerkten verder de publicatie van het ‘Beige Book’, een verslag van de Amerikaanse centrale bank over de staat van de economie. Daaruit kwam naar voren dat de economische activiteit in de VS weinig veranderde in april en begin mei, al koelde de inflatie wel wat af. Het document kan beleggers een beeld geven over hoe het aanstaande rentebesluit van de Federal Reserve eruit komt te zien. Dat wordt medio juni verwacht.
De Dow-Jonesindex noteerde aan het einde van de handelsdag 0,4 procent lager op 32.908,27 punten. De brede S&P 500 verloor 0,6 procent tot 4179,83 punten. De Nasdaq zakte eveneens 0,6 procent tot 12.935,29 punten. De techgraadmeter koerst af op een koerswinst van dik 6 procent in de maand mei dankzij de sterke opmars van de tech- en chipbedrijven die profiteerden van het optimisme over toepassingen van kunstmatige intelligentie (AI).
Microsoft wist daar woensdag niet van te profiteren en zakte 0,8 procent. Analisten van Piper Sandler verhoogden het koersdoel voor het tech- en softwareconcern en noemden het aandeel een 'AI-superster'.
Nvidia noteerde een verlies van 5,7 procent. Het chipbedrijf maakte de afgelopen tijd nog een flinke groei door, onder meer door de bekendmaking van een aantal projecten op het gebied van AI. Dinsdag was het bedrijf zelfs even meer dan 1 biljoen dollar waard.
Advance Auto Parts kelderde 35 procent. De verkoper van auto-onderdelen publiceerde zijn eerstekwartaalresultaten die niet in de smaak vielen bij beleggers. Het bedrijf had last van hoger dan verwachte kosten en de gestegen inflatie. Als gevolg daarvan verlaagde het bedrijf uit North Carolina de verwachtingen voor het komende jaar, evenals het kwartaaldividend.
De euro was 1,0688 dollar waard, tegen 1,0665 dollar bij het slot van de beurzen in Europa. Een vat Amerikaanse olie werd 2,3 procent goedkoper op 67,86 dollar. De prijs van een vat Brentolie daalde 1,2 procent in prijs tot 72,66 dollar.