Wall Street eindigt week in mineur

De Amerikaanse aandelenbeurzen zijn vrijdag in mineur gesloten. Beleggers verwerkten een sterk banenrapport van de Amerikaanse overheid. Net als in Europa waren chipbedrijven uit de gratie vanwege een winstwaarschuwing van het Zuid-Koreaanse Samsung Electronics.

De Dow-Jonesindex eindigde 0,2 procent lager op 26.922,12 punten. De brede S&P 500 zakte ook 0,2 procent, tot 2990,41 punten, en technologiebeurs Nasdaq leverde 0,1 procent in op 8161,79 punten. Amerikaanse beleggers kwamen terug na een vrije dag. Donderdag was Wall Street vanwege de viering van Independence Day dicht.

Het maandelijkse banenrapport viel beter uit dan verwacht. De werkgelegenheid in de Verenigde Staten groeide in juni met 224.000 arbeidsplaatsen, terwijl economen in doorsnee op een aanwas met 160.000 banen hadden gerekend.

Beleggers vinden deze cijfers altijd erg interessant, omdat ze van invloed kunnen zijn op het monetaire beleid van de Federal Reserve. Mogelijk kan de sterker dan verwachte banenaanwas zorgen voor meer terughoudendheid bij de Amerikaanse koepel van centrale banken als het gaat om eventuele renteverlagingen. Na het verschijnen van het banenrapport ging de goudprijs daarnaast stevig omlaag.

Samsung, 's werelds grootste chipproducent, zei dat de winst in het tweede kwartaal is gehalveerd, mede door de handelsspanningen tussen de VS en China. In New York genoteerde chipondernemingen als Micron Technology, Intel, NXP Semiconductors, Texas Instruments en Nvidia gaven tot 1,6 procent terrein prijs.

De financiële sector was een de weinige sectoren die wel in trek was op Wall Street. Zo sloten JPMorgan Chase en Goldman Sachs tot bijna 1 procent in de plus.

Betaaldienstverleners FIS en Worldpay eindigden tot 0,3 procent hoger. De Europese Commissie is akkoord gegaan met hun fusie, waarmee 43 miljard dollar is gemoeid. Brussel ziet geen mededingingsbezwaren en stelt daarom ook geen voorwaarden aan de deal.

De euro was 1,1225 dollar waard, tegen 1,1213 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen eerder op de dag. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,5 procent meer op 57,61 dollar. Brentolie steeg 1,6 procent in prijs tot 64,28 dollar per vat.