Wall Street lager door handelspessimisme

24 sep 2019, 22:22 Zakelijk
wall street lager door handelspessimisme
De aandelenbeurzen in New York zijn dinsdag duidelijk lager gesloten. Beleggers op Wall Street reageerden op uitlatingen van president Donald Trump over China, waardoor de hoop op een snelle oplossing van het handelsconflict tussen de Verenigde Staten en dat land afnam. Verder was er nieuws over telecombedrijf Sprint en koffieketen Starbucks en werd de uitspraak van het Britse Hoogerechtshof over het naar huis sturen van het Lagerhuis verwerkt.
De Dow-Jonesindex sloot 0,5 procent lager op 26.807,77 punten. De breed samengestelde S&P 500 ging 0,8 procent omlaag tot 2966,60 punten. Techbeurs Nasdaq daalde 1,5 procent tot 7993,63 punten.
Trump beschuldigde China opnieuw van valutamanipulatie en het stelen van intellectueel eigendom. Daarmee drukte hij de handelshoop die ontstaan was na positieve berichten over een toenadering tussen de twee landen de kop in. Chipbedrijven Intel, Advanced Micro Devices (AMD) en Micron Technology daalden tot 3,7 procent.
Trump haalde ook uit naar socialemediabedrijven die te veel macht zouden hebben. Daardoor wordt de kans groter dat bedrijven als Facebook, Twitter en Google-moeder Alphabet scherper in de gaten zullen worden gehouden in de VS. Die techbedrijven leverden tot 4,5 procent in.
Telecombedrijf Sprint wordt onderzocht vanwege fraude met overheidssubsidies. Een van de bestuurders van telecomwaakhond FCC riep daarom al op om de fusie tussen Sprint (min 3,3 procent) en T-Mobile (min 0,8 procent) tijdelijk te bevriezen.
Koffieketen Starbucks verloor 1 procent. Het Gerecht van de EU oordeelde dat er geen regels zijn overtreden bij de Nederlandse belastingafspraken met Starbucks. De Europese Commissie had eerder besloten dat Nederland ruim 25 miljoen euro moest terugvorderen van de koffieketen.
Motorbouwer Harley-Davidson kondigde aan zijn groeistrategie te willen versnellen. Daarvoor moet wel extra worden geïnvesteerd de komende jaren. Het aandeel daalde 3,9 procent.
De euro was 1,1020 dollar waard, tegen 1,0999 dollar bij het slot van de Europese beurzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie daalde 2,6 procent tot 57,13 dollar. Brentolie werd 3,2 procent goedkoper op 62,73 dollar per vat.