De aandelenbeurzen in New York gingen maandag licht omhoog, na de koersverliezen van vorige week. Beleggers deden het rustig aan in afwachting van het belangrijke Amerikaanse inflatiecijfer, dat dinsdag wordt vrijgegeven. Vorige week keerde de rentevrees nog terug op de aandelenmarkten nadat veel bestuurders van de Federal Reserve, waaronder voorzitter Jerome Powell, hadden gewaarschuwd dat de rente waarschijnlijk verder omhoog moet om de hardnekkig inflatie onder controle te krijgen.
De inflatie koelt weliswaar af de laatste tijd, maar dat komt vooral door de gedaalde energieprijzen. De zogeheten kerninflatie, waarin de sterk schommelende energieprijzen niet worden meegenomen, blijft hoog. Een tegenvallend inflatiecijfer zal naar verwachting voor koersdruk zorgen op de beurzen. Economen verwachten dat de consumentenprijzen in de grootste economie ter wereld in januari met 6,2 procent zijn gestegen ten opzichte van een jaar geleden.
Ook is het cijferseizoen op Wall Street nog niet afgelopen. Later in de week komen onder meer frisdrankproducent Coca-Cola, levensmiddelenmaker Kraft Heinz en Restaurant Brands International, het moederbedrijf van Burger King, nog met cijfers. Ook maker van landbouwvoertuigen Deere opent de boeken.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang van de handel een plus van 0,2 procent op 33.938 punten. De brede S&P 500 ging 0,3 procent omhoog tot 4103 punten. De Nasdaq klom 0,5 procent tot 11.778 punten. De techgraadmeter daalde afgelopen week ruim 2 procent en leed daarmee het grootste weekverlies sinds december.
Meta Platforms klom 2 procent. Het moederbedrijf van Facebook bereidt een nieuwe ontslagronde voor, meldde de Britse zakenkrant Financial Times. Die komt bovenop de 11.000 ontslagen die het bedrijf, dat ook achter Instagram en WhatsApp zit, in november aankondigde. Topman Mark Zuckerberg zei al dat hij van 2023 het jaar van efficiëntie wilde maken.
XPO verloor 0,1 procent. Analisten van Morgan Stanley verlaagden het advies voor het Amerikaanse transportbedrijf na tegenvallende resultaten.
Lyft ging 1 procent omhoog. De taxidienst zag vrijdag meer dan een derde van zijn beurswaarde verdampen na zwaar teleurstellende resultaten en vooruitzichten.
De euro was 1,0677 dollar waard, tegen 1,0672 dollar op vrijdag. De olieprijzen daalden na de sterke opmars vorige week. Die stijging volgde op de aankondiging van Rusland om minder olie te gaan produceren als reactie op westerse sancties. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,4 procent minder op 78,62 dollar en Brentolie werd 1,3 procent goedkoper op 85,26 dollar per vat.