De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag met kleine verliezen gesloten. Kort voor het einde van de sessie doken de graadmeters alsnog in het rood, waarmee de graadmeters het nalieten de ingezette prijsrally een vervolg te geven. De afgelopen dagen gingen de aandelenbeurzen hard omhoog in de hoop dat de Amerikaanse centrale bank minder agressief zal worden met het verhogen van de rente tegen de hoge inflatie.
De Dow-Jonesindex sloot 0,1 procent lager op 30.273,87 punten. De breed samengestelde S&P 500 verloor 0,2 procent, tot 3783,28 punten, en de technologiegraadmeter Nasdaq zakte 0,3 procent tot 11.148,64 punten.
De aandacht van beleggers ging onder meer uit naar het banencijfer van loonstrookverwerker ADP, dat traditioneel vooruitloopt op het banenrapport van de Amerikaanse overheid op vrijdag. Uit het ADP-rapport kwam naar voren dat er meer banen waren bijgekomen dan waar economen in doorsnee rekening mee hielden. Ook meldde ADP dat de lonen verder zijn gestegen omdat werkgevers vanwege de krapte op de arbeidsmarkt hogere salarissen bieden om nieuw personeel aan te trekken en werknemers te behouden. De werkgelegenheid speelt een belangrijke rol in het rentebeleid van de Federal Reserve. Bij een sterke arbeidsmarkt heeft de centrale bank meer ruimte om de rente verder te verhogen.
Twitter verloor 1,4 procent van zijn beurswaarde, na de koerssprong van dik 22 procent een dag eerder. De rechtszaak die het concern aanspande tegen miljardair Elon Musk begint vooralsnog gewoon later deze maand, ondanks de recente ontwikkelingen in de overnamestrijd. Eerder deze week maakte Musk bekend alsnog Twitter te willen inlijven, nadat hij daar eerder niet aan wilde. Via de rechter wil Twitter Musk daartoe dwingen. Het aandeel van automaker Tesla, waar Musk de baas van is, verloor 3,5 procent.
Autoconcern Ford Motor won 1,2 procent geholpen door een adviesverhoging van Goldman Sachs. Volgens de zakenbank is het een goed moment om aandelen Ford te kopen. Goldman Sachs verlaagde juist het koersdoel voor branchegenoot General Motors (GM), dat 2,7 procent verloor.
De prijs voor een vat Amerikaanse olie steeg 1,6 procent tot 87,90 dollar. Brentolie won 1,9 procent, tot 93,57 dollar per vat. Eerder werd duidelijk dat de Amerikaanse olievoorraden flink minder zijn geworden. Ook werd bekend dat oliekartel OPEC en zijn bondgenoten de olieproductie stevig gaan beperken. De euro was 0,9890 dollar waard, tegen 0,9846 dollar bij het slot van de beurshandel in Europa.