De aandelenbeurzen in New York zijn maandag met winst gesloten, in navolging van de plussen in Europa eerder op de dag. Beleggers op Wall Street reageerden positief op de overname van het noodlijdende Credit Suisse door de grotere Zwitserse rivaal UBS op zondag. Daardoor nam de onrust in de bankensector wat af. Wel kreeg First Republic Bank weer rake klappen nadat kredietbeoordelaar S&P Global voor de tweede keer in een week tijd de kredietrating van de Californische bank had verlaagd.
De Dow-Jonesindex noteerde aan het slot een winst van 1,2 procent op 32.244,58 punten. De brede S&P 500 won 0,9 procent tot 3951,57 punten en de technologiebeurs Nasdaq steeg 0,4 procent tot 11.675,54 punten.
Het gevaar dat Credit Suisse mogelijk zou omvallen is geweken, maar investeerders blijven bezorgd over de waarde van hun beleggingen in de bankensector. De Europese Centrale Bank (ECB), de Federal Reserve en vier andere grote centrale banken beloofden wel banken de komende tijd extra leenmogelijkheden te bieden om te zorgen dat ze over voldoende geld beschikken als klanten grote tegoeden willen opnemen.
New York Community Bancorp steeg bijna 32 procent. Een onderdeel van de bank uit New York heeft vrijwel alle banktegoeden van Signature Bank overgenomen en een deel van de leningen. Het omvallen van Signature Bank en Silicon Valley Bank zorgde vorige week voor grote onrust op de beurzen. De grote banken JPMorgan Chase en Goldman Sachs stegen tot 2 procent. Andere banken zoals Bank of America en Citigroup gingen wel omlaag met minnen tot 0,4 procent.
First Republic Bank dook nog eens 47 procent omlaag, na de tik van bijna 33 procent op vrijdag. De wankele regionale bank kreeg vorige week nog 30 miljard dollar op zijn rekeningen gestort door elf grote Amerikaanse banken om voldoende geld beschikbaar te hebben om aan alle geldverzoeken van klanten te voldoen. Volgens S&P zijn de problemen van de bank daarmee echter nog niet opgelost.
Amazon leverde 1,3 procent in. Het webwinkel- en techconcern schrapt de komende tijd nog eens 9000 banen om kosten te besparen. Het is de tweede grote ontslagronde bij Amazon nadat begin dit jaar al 18.000 banen waren verdwenen bij het bedrijf.
De euro was 1,0722 dollar waard, tegen 1,0695 dollar bij het slot van de handel in Europa. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,2 procent meer op 67,57 dollar. Brentolie werd 1,1 procent duurder op 73,78 dollar per vat.