De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag hoger geopend. De aandacht op Wall Street ging vooral uit naar het belangrijke banenrapport van de Amerikaanse overheid dat duidelijk sterker uitviel dan verwacht. Ook waren er weer veel bedrijfsresultaten van onder meer de in New York genoteerde Chinese webwinkelgigant Alibaba en de grote olieconcerns ExxonMobil en Chevron. Verder werd bekend dat de maker van fitnesstrackers en smartwatches Fitbit wordt overgenomen door Google.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang 0,5 procent hoger op 27.190 punten. De brede S&P 500 won 0,6 procent tot 3054 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq klom 0,5 procent tot 8336 punten.
Volgens het ministerie van Arbeid kwamen er in oktober, afgezien van de landbouwsector, 128.000 banen bij in de Verenigde Staten, na een opwaarts bijgestelde aanwas van 180.000 arbeidsplaatsen een maand eerder. De banengroei was aanzienlijk sterker dan voorzien want economen hadden gemiddeld op 85.000 nieuwe banen gerekend. De werkloosheid in 's werelds grootste economie was 3,5 procent.
Het banenrapport speelt een belangrijke rol bij het rentebeleid van de Federal Reserve. Eerder deze week verlaagde de Fed de rente voor de derde keer dit jaar. Verscheidene Fed-bestuurders geven vrijdag speeches.
Fitbit sprong ruim 16 procent omhoog na de overnamedeal met Google ter waarde van 2,1 miljard dollar. Begin deze week meldde persbureau Reuters al dat Google een bod wilde doen op Fitbit, waarna de koers sterk steeg.
Alibaba maakte bekend dat de omzet in het afgelopen kwartaal fors is gegroeid door hogere onlinebestedingen van Chinese consumenten en meer gebruikers. Alibaba steeg 0,6 procent. Digitaal prikbord Pinterest kelderde bijna 24 procent door cijfers die niet in goede aarde vielen bij beleggers.
ExxonMobil (plus 1,5 procent) zag de winst op jaarbasis scherp dalen door de zwakkere olie- en gasprijzen, maar de productie werd opgevoerd. Branchegenoot Chevron (min 1,7 procent) boekte eveneens een duidelijk lagere winst.