De beurzen in New York zijn vrijdag met kleine verliezen gesloten. De importheffingen die president Donald Trump op Chinese goederen gaat heffen, drukten het sentiment. Trump maakte de importheffingen op artikelen, die een totale waarde van 50 miljard dollar vertegenwoordigen, officieel bekend. Omdat China al aankondigde met tegenmaatregelen te komen, laaide de angst voor een handelsoorlog weer op.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,3 procent lager op 25.090,48 punten. De brede S&P 500 ging 0,1 procent omlaag tot 2779,42 punten en de technologiebeurs Nasdaq verloor 0,2 procent tot 7746,37 punten.
China liet weten met heffingen op onder meer vliegtuigen, auto's en sojabonen van zich af te willen slaan. De aandacht van beleggers was daardoor gericht op Amerikaanse bedrijven die mogelijk getroffen worden door de Chinese tegenmaatregelen. Vliegtuigfabrikant Boeing en machinebouwer Caterpillar gingen tot 2 procent omlaag. Handelaar in landbouwproducten Bunge leverde 0,6 procent aan waarde in.
Qualcomm (plus 0,7 procent) zou goedkeuring krijgen van de Chinese toezichthouder voor de overname van de Nederlandse chipfabrikant NXP Semiconductors (plus 0,1 procent). Qualcomm verlengde ondertussen de aanmeldtermijn voor zijn bod op NXP voor de 25e keer in de afgelopen zestien maanden.
Adobe Systems kwam donderdag nabeurs met kwartaalcijfers. Het softwarebedrijf, bekend van onder meer Photoshop, gaf teleurstellende omzetverwachtingen voor het lopende kwartaal en de koers van Adobe daalde daarop 2,4 procent.
De oliegerelateerde fondsen hadden het lastig door de dalende olieprijzen. De grote olie- en gasconcerns Chevron, ExxonMobil en ConocoPhillips werden door beleggers tot 4,1 procent lager gezet. Oliedienstverleners als Schlumberger, Halliburton en Transocean gingen tot 3,3 procent onderuit.
De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 3,4 procent tot 64,63 dollar en Brentolie werd 3,6 procent goedkoper op 73,23 dollar per vat. Volgende week komt oliekartel OPEC bijeen om te vergaderen over de productie en er wordt gespeculeerd dat Saudi-Arabië samen met Rusland de productie kunnen gaan opvoeren.
De euro was 1,1609 dollar waard, tegen 1,1625 dollar bij het slot van de beurshandel in Europa.